De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) spant een kort geding aan tegen de Nederlandse staat. De VGN wil daarmee het kabinetsbesluit aanvechten om de zogeheten Agema-middelen af te schaffen en de tarieven vervoer dagbesteding te verlagen.
Volgens de VGN zijn deze maatregelen onrechtmatig en strijdig met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. “Het gaat om het schenden van het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel”, licht VGN-directeur Hans Schirmbeck de rechtsgang toe. “We hebben middels brieven aan de politiek meerdere malen aandacht gevraagd voor deze kwestie, maar zonder tastbaar resultaat. Daarom zien we ons nu gedwongen om een en ander voor te leggen aan de rechter.”
Ontslag
Het door staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten eenzijdig opgezegde convenant Investeringen Langdurige Zorg –ook bekend als de Agema-gelden- werd in september 2011 gesloten. Het convenant voorzag in structurele financiële middelen voor het aantrekken van nieuw personeel in de langdurige zorg. De VGN-leden hebben volgens de vereniging meteen invulling gegeven aan de afspraken, met als resultaat het aantrekken van vierduizend extra werknemers en investeringen in opleidingen. Door het opzeggen van het convenant zou het nieuwe personeel nu weer moeten worden ontslagen, stelt de VGN. Goed werkgeverschap wordt zo onmogelijk gemaakt.
Betekenisloos
De afschaffing van de Agema-middelen is een van de maatregelen uit het ‘Lenteakkoord’. Uit het akkoord vloeien ook bezuinigingen voort op het cliëntenvervoer van en naar de dagbesteding ter grootte van 150 miljoen euro. “De vergoedingen voor dit vervoer aan de onze leden worden meer dan gehalveerd en zijn niet meer kostendekkend”, aldus Schirmbeck. “Het gevolg is dat het vervoer moet stoppen, waardoor cliënten in een volstrekt isolement terechtkomen”. Volgens de VGN zouden deze tarieven op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg wel kostendekkend moeten zijn. Ook is volgens de VGN het wettelijk recht op zorg in het geding, want met de verlaging wordt de verzekerde AWBZ-aanspraak in de praktijk betekenisloos. Het kort geding dient op 17 juli voor de rechtbank in Den Haag.