Integrale bekostiging van zorg voor patiënten met een specifieke chronische ziekte moet gezien worden als een tussenstap naar een ander type bekostiging die meer op populatie is gericht. Zorgverzekeraars en de overheid moeten scherpere voorwaarden stellen aan de organisatie en prestaties van zorggroepen. Ook moeten patiënten veel meer bij de vormgeving van de zorgverlening worden betrokken.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het eindrapport van de Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging.
Overgangsregeling
Vanaf 2010 wordt de zorg aan patiënten met diabetes en COPD, en aan mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten ‘integraal bekostigd’. Hiervoor is een overgangsregeling ingesteld waarin de zorg ook op de oude manier kan worden bekostigd. De commissie vindt het nog te vroeg om de overgangsregeling te laten vervallen. Er moet strakker worden gestuurd door verzekeraars en overheid op de prestatie en organisatie van zorggroepen. Ook moeten verzekeraars actiever sturen op de kosten in de tweede lijn om de winst te ‘verzilveren’ van de verschuiving van zorg naar de eerste lijn.
Zorggroepen
Integrale bekostiging betekent dat één organisatie verantwoordelijk is voor alle zorg voor een chronische aandoening. Die organisaties, zorggroepen genoemd, zijn meestal regionaal georganiseerde groepen van huisartsen, die andere zorgverleners ‘subcontracteren’. De zorggroepen zijn belast met de coördinatie van de zorg en regelen de betaling aan de verschillende zorgverleners. De nieuwe werkwijze moet leiden tot goedkopere zorg van betere kwaliteit, waarbij de behandeling van patiënten van de tweede- naar de eerstelijnszorg verschuift.
Kosten
Toch zijn de kosten in eerste instantie niet gedaald. Dit komt door investeringen in de eerste lijn om de verschuiving op gang te brengen en doordat de kosten in de tweede lijn, ondanks dat er minder patiënten worden behandeld, niet zijn gedaald. De commissie constateert verder aanzienlijke verschillen tussen zorggroepen zowel in kosten als geleverde prestaties. Tenslotte treden te verwachten kostenbesparingen door minder complicaties pas op langere termijn op.
Patiënt
In de integrale bekostiging is een belangrijke rol weggelegd voor de patiënt die gestimuleerd zou moeten worden zichzelf te ‘managen’, maar dit gebeurd nog te weinig. De commissie adviseert patiënten meer te betrekken door patiënten die zich committeren aan het zorgplan korting op eigen bijdrage of eigen risico te geven.
Tussenstap
De commissie vindt dat per aandoening gefinancierde zorg slechts een tussenstap moet zijn, omdat deze vorm van bekostiging niet geschikt is voor chronisch zieke patiënten met meerdere aandoeningen tegelijkertijd. Bovendien begint de bekostiging pas als iemand patiënt ís, waardoor er geen aandacht wordt besteed aan preventie. De commissie ziet daarom integrale bekostiging als een tussenstap naar een populatiegerichte bekostiging.