Huisartsen verwachten meer mensen met geestelijke problemen in de praktijk als gevolg van de afspraken die het ministerie van VWS met de ggz-sector heeft gemaakt. Hiervoor zou de huisartsenzorg meer geld moeten krijgen, aldus het Nederlands Huisartsen Genootschap in reactie op de afspraken.
Praktijkondersteuners
Volgens Arno Timmermans, huisarts en bestuursvoorzitter van het NHG, moet er serieus werk worden gemaakt van praktijkondersteuners die huisartsen helpen. “We moeten goed definiëren wat voor profiel die praktijkondersteuners moeten hebben. Wat wordt precies het takenpakket? Belangrijk is dat de juiste zorg op de juiste plek geboden wordt. Dus dat mensen wel door een specialist behandeld worden als dat nodig is”, aldus Timmermans.
Geen psycholoog
Ook de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) liet in een reactie weten dat het belangrijk is bij de uitvoering van dit convenant om meer praktijkondersteuners in te zetten. Een huisarts is geen psycholoog is en gaat ook niet op die stoel zitten, benadrukt de LHV. “Huisartsen zijn niet geschoold als psycholoog en benaderen de problematiek van hun patiënten dus ook op een andere manier, namelijk vanuit een medische invalshoek.”
Minder bedden
De twee partijen reageerden hiermee op het convenant dat maandag werd gesloten over de nieuwe aanpak van de geestelijke gezondheidszorg. Daarin staat dat het aantal bedden in instellingen fors wordt teruggebracht en dat de huisarts een belangrijkere rol zal krijgen in de behandeling van mensen met geestelijke problemen. De huisartsen gaan nog praten met het ministerie over de invulling van dit convenant. (ANP)