Gemeenten moeten een basistarief gaan hanteren voor de thuiszorg. De Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met het voorstel waarmee de SP ervoor wil zorgen dat de concurrentie op prijs stopt en de nadruk weer komt te liggen bij het leveren van goede verzorging.
SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten, die het plan in de Senaat verdedigde, ziet de bijval voor het plan als winst voor iedereen. “De basis wordt een reëel tarief waardoor thuiszorgorganisaties zich gaan onderscheiden op kwaliteit”, aldus Leijten. “Ze kunnen te lage tarieven niet meer afwentelen op het personeel.”
Oormerken
De Eerste Kamer verwierp het plan om geld voor de zorg te oormerken, zodat gemeenten het niet kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld onderhoud aan stoepen en lantaarnpalen. PvdA, VVD, CDA, GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP zijn van oordeel dat dit gemeenten te zeer zou beperken. Over het voorstel tot opheffing van de plicht tot Europese aanbesteding in de thuiszorg stemt de Eerste Kamer later; de Senaat wil over dit onderwerp eerst meer duidelijkheid.
Fatsoenlijke lonen
Voormalig SP-leider Agnes Kant diende in 2008 drie voorstellen in om de marktwerking in de thuiszorg te verminderen. Nadat Kant vertrok uit de politiek, ontfermde Leijten zich over die plannen. Vakbond Abvakabo FNV juicht toe het besluit van de Eerste Kamer toe. “Sinds 2007 is de huishoudelijke zorg steeds meer uitgekleed. De wet-Leijten die dinsdag is aangenomen, kan het tij in deze sector keren – voor zowel de zorgmedewerkers, als de mensen die op deze zorg zijn aangewezen”, aldus Abvakabo FNV. “Gemeenten mogen de thuiszorg niet meer voor een dubbeltje aanbesteden. De wet is bijvoorbeeld heel belangrijk om fatsoenlijke lonen voor de thuiszorgmedewerkers te garanderen.” De vakbond gaat er de komende tijd op toezien dat het basistarief een fatsoenlijk tarief wordt. (ANP/Skipr)