De inkoop van medische hulpmiddelen door ziekenhuizen is nog altijd onvoldoende professioneel, versnipperd en weinig transparant. Ziekenhuizen laten daardoor inkoopvoordelen liggen die kunnen oplopen tot 40 procent van de inkoopprijs. Dat constateert de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) op basis van een studie van onderzoeksbureau Ecorys.
Op de markt voor medische hulpmiddelen gaat in Nederland naar schatting jaarlijks 2,2 miljard euro om. Hoewel medische hulpmiddelen daarmee voor ziekenhuizen een substantiële kostenpost zijn verloopt de professionalisering van het inkoopproces traag. Er wordt weinig openbaar aanbesteed en er is veelal geen Programma van Eisen. De inkoopafdelingen vervullen een louter faciliterende en administratieve rol. De samenwerking tussen artsen en de inkoopafdeling van een ziekenhuis is vaak beperkt.
Totale kosten
Bij de inkoop wordt vooral gekeken naar de aanschafprijs en wordt weinig gedacht besteed aan de totale proceskosten. Dit betekent volgens de onderzoekers dat ‘goedkoop’ ingekochte producten uiteindelijk toch ‘duur’ blijken te zijn.
Deelbelangen
Binnen de ziekenhuizen bestaan daarnaast organisatorische barrières die efficiënte inkoop in de weg staan. Kosten en baten komen niet bij dezelfde afdeling terecht. Ook wordt het inkoopproces bemoeilijkt door de vele deelbelangen binnen ziekenhuizen die samenhangen met de organisatorische structuur van ziekenhuizen. De NMa doelt daarmee op de sterke positie van medische maatschappen ten opzichte van de raad van bestuur.
Marketing
Speciale aandacht besteedt de NMa aan de relatie tussen arts en fabrikant. Aankoopbeslissingen worden vaak gemaakt op basis van de relatie die artsen met een bepaalde fabrikant hebben. Daar richten fabrikanten zich ook op in hun marketing. Trainingen, opleiding, congressen, gezamenlijk onderzoek en service spelen versterken de band met specifieke leveranciers.
Informatieasymmetrie
De markt voor medische hulpmiddelen wordt volgens de NMa gekenmerkt door zeer beperkte mate van transparantie. Waar aanbieders via eigen brancheorganisaties marktinformatie delen, is er aan de vraagzijde juist sprake van informatieasymmetrie. Afnemers zijn daardoor sterk afhankelijk van de informatie van fabrikanten, wat het lastig maakt een goede aankoopbeslissing te nemen.
Transparante eisen
Om het inkoopproces te verbeteren adviseert de NMa ondermeer om gebruik te maken van openbare aanbestedingen en een ‘programma van eisen’. Dit laatste dwingt verschillende groepen gebruikers na te denken over het opstellen van neutrale en transparante eisen die rekening houden met de belangen van het ziekenhuis in brede zin. Om dit bredere belang te verankeren moeten bestuurders moeten in samenspraak met de medische staf een strategische visie rond inkopen opstellen. Dit betekent ook het strategisch positioneren van de inkoopafdeling.
Volumekorting
Ziekenhuizen zouden bovendien meer moeten samen werken op het gebied van inkoop. Hoewel de marktsituatie anders is leert het voorbeeld van Duitsland volgens de NMa dat gezamenlijke optrekken inkoopkortingen van 30 tot 40 procent kunnen opleveren. Naast het creëren van meer volume kunnen ziekenhuizen door samen te werken ervaringen op het gebied van prijs en kwaliteit uitwisselen.
Ook ziet de NMa een grotere rol voor verzekeraars weggelegd. Zij zouden anders dan nu bij de zorginkoop eisen moeten stellen aan de prijs en kwaliteit van medische hulpmiddelen.