De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) geeft toe dat ze ernstig tekortgeschoten is in de behandeling over de melding van baby Jelmer. Dat heeft de inspectie dinsdag kenbaar gemaakt.
De instantie zegt het eens te zijn met het oordeel van de commissie-De Vries, die onderzoek deed naar Jelmer Mulder, en de aanbevelingen over te nemen. Het kindje liep in 2007, vlak na zijn geboorte, ernstige hersenbeschadiging op na een darmoperatie in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Aanbevelingen
De commissie heeft in totaal 14 aanbevelingen gedaan aan de IGZ. Het gaat om onder meer aansturing, werkprocessen en duidelijkheid van de rol van de inspectie bij meldingen en klachten van individuele personen en de communicatie over de behandeling van meldingen. “De IGZ herkent en erkent de analyse van de commissie-De Vries van de fouten die zijn gemaakt en zal de aanbevelingen onverkort overnemen”, zo schrijft de inspectie in een verklaring. “Zowel de IGZ zelf als de minister onderschrijft de noodzaak om het lopende veranderproces van de inspectie verder voort te zetten.’’
Diskwalificatie
Eind vorig jaar presenteerde de Nationale Ombudsman een rapport waarin stond dat het UMCG en de IGZ op “schokkende wijze’’ hebben gefaald in het onderzoek naar de vraag hoe de 6 weken oude baby gehandicapt is geraakt. Medio december stelde de inspectie nog dat de Nationale Ombudsman de organisatie onnodig en onterecht diskwalificeerde, door fouten uit te vergroten en te spreken van structureel falen. Wel erkende de inspectie in juli in de kwestie rond baby Jelmer fouten te hebben gemaakt. Ook bood de inspectie haar verontschuldigingen aan aan de ouders van Jelmer. (ANP/Skipr)