Begin deze zomer schreef ik dat onze zorgsector nog te veel gevangen zit in oude structuren en diplomadenken. In plaats van gebruik te maken van competenties van mensen en te werken aan hun inzetbaarheid, grijpen partijen nog steeds terug op de vraag naar een diploma voordat iemand in de zorg aan het werk mag. Wie die partijen zijn? Als ik eerlijk ben, zou ik het niet weten.
Volgens werkgevers zijn het de zorgverzekeraars, de zorgverzekeraars kijken naar de overheid en de overheid wil graag dat het werkveld het (binnen kaders, dat dan weer wel) zoveel mogelijk zelf regelt. Kortom: iedereen en niemand houdt het diplomadenken in zorgland in stand.
Oog voor bekwaamheden
Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik onlangs een nieuwsbericht van de Raad voor de Volksgezondheid (RVS) las. In een advies over de toekomstbestendigheid van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), pleiten ze voor een andere benadering van zorgverleners. Met meer oog voor de bekwaamheden van beroepsbeoefenaren en ruimte voor het waarderen van competenties die in de praktijk zijn opgedaan. Het idee is dat er een aantal basisberoepen komt en dat een zorgverlener, na aantonen dat hij of zij een specifieke bekwaamheid beheerst, deze in de praktijk toe mag passen. Er komt voor deze bekwaamheid dan een formele erkenning in een portfolio van bekwaamheden.
Een mooie denkrichting die een basis biedt om flexibel in te spelen op de veranderende zorgvraag en die recht doet aan wat mensen al kunnen. Bovendien biedt het de mogelijkheid tot ontwikkeling, waarmee het beroep van zorgverlener een breder carrièreperspectief krijgt. Wat weer goed is voor de mobiliteit en voor de aantrekkelijkheid van het werken in de sector.
Basisberoepen als uitgangspunt
In haar advies houdt de RVS vast aan het idee van een diploma om mee te beginnen. De bestaande basisberoepen, zoals arts en verpleegkundige, blijven het vertrekpunt. Zelf zit ik eerlijk gezegd ook niet te wachten op iemand die in een naaiatelier netjes heeft leren naaien en op basis daarvan nu mijn wonden hecht. Het is heel goed verdedigbaar dat je een diploma nodig hebt om bepaalde zorghandelingen te mogen uitvoeren. De vraag is hoe we omgaan met de rest van de zorg. Moet iemand een volledige mbo 2 of 3 opleiding afronden om mijn oma te mogen helpen met eten? Of is het voldoende als deze persoon dat deel van de opleiding met succes heeft afgerond waarin voedingsleer, slikproblemen en alles wat met eten samenhangt geleerd zijn en verder vooral over sociale vaardigheden beschikt?
De uitspraken van de RVS bieden een mooie basis om in de toekomst aan onze diplomaverslaving te gaan werken. Want hun uitgangspunt is dat competenties leidend worden voor inzetbaarheid. En dan is het nog maar een kleine stap naar het erkennen van die competenties en ze aanvullen met erkende certificeerbare eenheden. Als RegioPlus werken we samen met brancheorganisaties en de mbo-raad al aan het project ‘Flexibilisering Beroepsonderwijs voor Volwassenen’. Een project dat moet leiden tot eenduidige certificeerbare eenheden voor de zorg met een landelijk civiel effect.