Het is de vraag die te weinig gesteld wordt: waar woon ik over pakweg 30 jaar? Laat staan dat mensen een antwoord hebben. De gemiddelde Nederlander houdt zich namelijk niet bezig met de toekomst van ouder worden. En neem het mensen eens kwalijk.
Het is ook niet leuk om te bedenken wat je belangrijk vindt als je minder mobiel zou worden, welke zorg of ondersteuning je dan hoopt te krijgen en van wie. En wat er aan je huis moet gebeuren, wil je daar dan kunnen blijven wonen of na te denken over waar je zou willen wonen wanneer aanpassingen niet kunnen. De politieke aandacht ervoor bij het van afgelopen woensdag in de Tweede Kamer over ‘Langer Thuis’ en het rondetafelgesprek over dit onderwerp op maandag 30 september laat in elk geval zien dat het onderwerp niet te negeren is.
Gesloten verzorgingshuizen
Waar woon ik straks, is de belangrijkste vraag die mensen zichzelf volgens zorgorganisaties moeten stellen. Het aantal ouderen neemt de komende jaren sterk toe en daarmee ook de behoefte aan zorg en ondersteuning. Mensen blijven het liefst zo lang mogelijk thuis wonen, maar er zijn grenzen aan welke zorg thuis ontvangen kan worden. Net zoals er grenzen zijn aan de capaciteit van het verpleeghuis, waar mensen wonen die echt 24/7 zorg nodig hebben. Verzorgingshuizen zijn gesloten, maar nu missen we op grote schaal woonvormen die meer bescherming en veiligheid bieden dan zelfstandig thuis, maar minder intensieve zorg dan het verpleeghuis.
We weten hoe het kan
Zelf werk ik in Enschede met De Posten aan een levensloopbestendige wijk, met het woonzorgcentrum als kloppend hart. Ontmoeting en interactie, ook tussen generaties, staan centraal. We werken hiervoor samen met de gemeente en woningcorporaties. En we zien meer initiatieven in het land, van hofjes tot bejaardenhuizen 3.0, van thuishuizen tot serviceflats, allemaal woonvormen die voorzien in een groeiende behoefte en aansluiten bij wensen van mensen. Maar er zijn nog veel meer passende woonvormen nodig. De vergrijzing neemt de komende 20 jaar enorm toe. De verwachting is bijvoorbeeld dat in 2040 er 340.000 90-plussers zijn en ruim 330.000 mensen met dementie. Waar wonen deze mensen straks? Wie is er om hen zorg te bieden?
Tijd voor actie: meer passende woonvormen
Daarom een oproep: gemeenten pak de regisseursrol die je is toebedeeld in de decentralisatie van langdurige zorg! Het begint er mee dat gemeenten lokaal inzicht moeten krijgen en visie ontwikkelen op de vergrijzing in hun gemeente en wat dit betekent voor de woon- en zorgopgave. Woningcorporaties en zorgorganisaties moeten hierbij betrokken worden. Het Rijk zou dit moeten stimuleren en faciliteren. Samen kunnen we zo voorzien in meer passende woonvormen voor ouderen. Hopelijk wordt het dan ook snel makkelijker een voorstelling te maken van de opties die er zijn om te wonen wanneer je ouder en zorgbehoevender wordt.
Directeur-bestuurder bij De Posten en lid van de ActiZ Kerngroep Wonen en Zorg