Voormalig directeur van het Slotervaart Ziekenhuis Aysel Erbudak hoorde deze week twee jaar celstraf tegen zich eisen. Het OM zegt voldoende bewijs te hebben voor strafbare feiten. Zelf wuift Erbudak de beschuldigingen weg. Nee, zij is het slachtoffer van vervolging.
In het drama rond het Slotervaart Ziekenhuis – later MC Slotervaart en inmiddels failliet – speelt Erbudak misschien een bijrol, maar wel een opvallende. Naast directeur was zij ook voor 49 procent aandeelhouder van het ziekenhuis. In 2013 werd ze door de erfgenamen van de andere aandeelhouder ontslagen. Sindsdien probeert het OM haar te vervolgen, omdat ze zich geld van het ziekenhuis zou hebben toegeëigend door onder meer valse facturen op te stellen.
Erbudak verhuisde in 2015 naar Turkije, maar was deze week wel in Nederland voor de twee zittingsdagen in de rechtbank. Ze maakte van de gelegenheid gebruik om zich ook in de media te verdedigen. “Ik heb het niet gedaan”, zegt ze in een interview met NRC. Ze wijst naar de erfgenamen van haar zakenpartner Jan Schram en trekt de discriminatiekaart. “Was me dit ook overkomen als ik oorspronkelijk blond haar en blauwe ogen had gehad?”
Het komt inderdaad niet vaak voor dat ziekenhuisdirecteuren persoonlijk worden vervolgd. Maar ja, het komt ook niet bepaald vaak voor dat ziekenhuisdirecteuren betalingen rechtstreeks uit de kluis van het ziekenhuis doen, hun familieleden baantjes geven in het ziekenhuis en hun eigen bedrijven door het ziekenhuis laten inhuren. Haar zakenpartner Schram had er ook een handje van, maar die is er niet meer.
Behalve het OM heeft Erbudak ook schuldeisers aan haar broek. Die is ze niet van plan te betalen, zo maakte ze in het NRC duidelijk. Het Parool rekende uit dat haar schuld zo’n 5,6 miljoen euro bedraagt. Ruim 4 miljoen euro zou ze verschuldigd zijn aan MC Slotervaart en aan de familie van Jan Schram. Het resterende bedrag betreft hoofdzakelijk een claim van de belastingdienst. “Ik heb vier à vijf schuldeisers, waaronder het Slotervaart, mijn voormalige callcenter dat ik zelf heb opgezet, de Belastingdienst en de Rabobank die mijn huis heeft moeten veilen”, zegt Erbudak in NRC. “Die schulden zijn grotendeels ten onrechte ontstaan en ik ga ze nooit van mijn leven betalen. Uit principe. Ik mag het niet zeggen, maar het zijn toch allemaal zakelijke crediteuren, geen personen.”
En dat is het nu misschien, wat nog het meest is blijven kleven deze week. Niet de discriminatiekaart, niet het normaliseren van belangenverstrengeling, maar het consequent denken in zakelijke belangen en niet in mensen. De zorg, dat is en blijft mensenwerk, waar de (levens)belangen van mensen mee gemoeid zijn. Ongeacht waar het geld vandaan komt of heengaat. In NRC vertelt Erbudak dat ze samen met haar vriend werkt aan een e-healthplatform. Ik hoop dat ze daarbij wel aan de mens denkt.