Van de term ‘digitale zorg’ krijg ik jeuk. Dat kan ik prima bij mezelf vaststellen. De klacht is makkelijk gevonden. De oorzaak vinden is moeilijker. Wat maakt nou dat ik zo moet krabben bij het horen van die term? Wat is de diagnose, dokter?
Om te beginnen ademt ‘digitale zorg’ hokjesgeest. De zorg ziet digitaal als iets aparts, iets afwijkends. Zo schrijft de Patiëntenfederatie: “Digitale zorg staat nog in de kinderschoenen. Nog lang niet alle dokters en ziekenhuizen bieden digitale zorg aan. Meestal wordt digitale zorg gecombineerd met gewone zorg.” Voor mij ademt deze omschrijving dat digitaal abnormaal is en analoog de norm.
Doodnormaal
Anno 2019 is digitaal de norm. Bij de bank moet ik tegenwoordig bijbetalen om nog papieren afschriften te ontvangen. Een dokter met wie ik kan chatten of skypen, speelt in op een logische behoefte. Ik wil niet standaard naar hem toe reizen onder werktijd. Misschien wil hij zelf ook wel eens thuis werken. Gewone manieren om contact op te nemen promoveren tot innovatie, geeft de dokter een pluim. En leveranciers van chatoplossingen wrijven in hun handen bij de pot met geld. Komen ze een wond dichtmaken of een pleister plakken?
Paradox
Nog beter is om de paradox tussen “gewone zorg” en “digitale zorg” te negeren. Er is alleen zorg. Of beter: gezondheid. Als menselijk ding. Als iets wat we nastreven. En zoals tegenwoordig bij alles, kun je digitale mogelijkheden benutten om gezond te blijven, of niet. Natuurlijk is het niet vanzelfsprekend om digitaal in te passen in iets wat analoog bedacht is. Op lange termijn is er echter maar één manier om gezond blijven te ontwerpen: met de juiste mix. Het onderscheid vervaagt sowieso. Een smart watch is een tastbaar ding, dichtbij om je pols, versmolten met een abstracte digitale kopie van jou, ver weg in de cloud.
Framing
Iets anders wat me dwarszit, is dat ‘digitale zorg’ in één adem genoemd wordt met bezuinigen. Daarmee frame je technologie meteen als een (letterlijk) minderwaardige vervanging van een mens. Technologie in de zorg schept juist ruimte om meer patiënten, beter te bedienen:
•Als ik een thuismeting met mijn dokter heb gedeeld, snoept de meting zelf geen tijd af van het consult. De dokter kan meteen vertellen hoe hij de data interpreteert.
•Als ik mijn verhaal vooraf helder heb omschreven en via mijn PGO aan de dokter heb gestuurd, komt er tijd voor de interpretatie. In plaats van het (steeds opnieuw) formuleren ervan.
•Misschien ben ik thuis al wel via mijn Google Assistent door de triage gepraat. De dokter maakt zijn agenda vrij, want het algoritme voorspelt dat mijn klacht urgent is.
Wisselwerking
Als we deze wisselwerking tussen iemand en haar dokter (via haar data) voor iedereen tot bloei laten komen, kunnen we de lengte van een consult per persoon bekijken. We gaan automatisch geld besparen, want er zullen minder mensen onnodig naar de dokter komen. En het gesprek met de mensen die wel (moeten) komen, kent een kick-start.
Vertrouwen
De dokter moet de thuismeting en de digitale triage wel gaan vertrouwen. Technologie heeft een deel van zijn werk gedaan. Hij krijgt een voorzet van een “machine”. Dat is even wennen. Ondersteunende technologie apart bekostigen, houdt de werelden gescheiden. De dokter voelt geen noodzaak om zijn houding tegenover de techniek te veranderen. De onwennigheid om digitale middelen echt een plek te geven in de praktijk, blijft. En ik ga als patiënt ook geen PGO gebruiken, als ik al weet dat de dokter er niks mee gaat doen.
Spelregels
Ten slotte suggereert ‘digitale zorg’, andere spelregels. Ik wil geholpen worden om gezond te blijven en ik wil weten wat dat kost. Vergelijk het met een boek lezen. Een onnodig onderscheid tussen boek en e-book verwart de consument. Een papieren boek heeft een vaste prijs. Boekhandel of webwinkel. En een laag BTW-tarief. Een digitale versie van datzelfde boek heeft per winkel een andere prijs. Gelukkig meestal lager, maar wel weer een hogere BTW. En de kans bestaat, dat ik het e-book niet eens kan lezen op mijn favoriete apparaat. Er zou een prijs bepaald moeten worden voor de mogelijkheid om dit boek te lezen, in welke vorm dan ook.
Wegwijzer
Ik stop met krabben als we medisch futuroloog Bertalan Mesko omarmen waar hij zegt:
Under the term “digital health”, advanced medical technologies, disruptive innovations and digital communication have gradually become inseparable from providing best practice healthcare.
Mesko zegt met zoveel woorden dat digitale mogelijkheden onafscheidelijk zijn van optimale gezondheidszorg. Ik roep de NZa hierbij dan ook op om te stoppen met een aparte wegwijzer voor de bekostiging van digitale zorg. Eén wegwijzer is genoeg: voor betaalbare en toegankelijke zorg voor mensen, mogelijk gemaakt door de unieke toegevoegde waarde van machines.