Door het opstellen van landelijke kwaliteitsstandaarden wordt de kwaliteit van de zorg weliswaar beter, maar het leidt tegelijkertijd tot concentratie van met name complexe zorg in regionale centra. Dit kan onbedoelde gevolgen hebben voor de toegankelijkheid van het zorgaanbod.
De heer Kruitberg is 85 jaar en woont sinds zijn jonge jaren met zijn echtgenote in een kustplaats, waar hij altijd buschauffeur is geweest. Zijn vrouw heeft een lichte vorm van dementie. De heer Kruitberg zelf is nog volledig bij de pinken, maar heeft wel verschillende chronische aandoeningen, waaronder hartfalen. Hij is hiervoor bij diverse medische specialisten in het regionale ziekenhuis onder behandeling. Daar wordt op een gegeven moment geconstateerd dat hij alvleesklierkanker heeft, die helaas niet meer te genezen is. Hij heeft last van galstuwing en na overleg wordt besloten dat er een indicatie is voor een stentplaatsing. Volgens de kwaliteitsrichtlijnen wordt hij voor deze behandeling verwezen naar het oncologisch centrum van het academisch ziekenhuis.
Na de stentplaatsing treden complicaties op waardoor de heer Kruitberg uiteindelijk langdurig moet worden opgenomen in het academische centrum, dat op ruim 80 km van zijn woonplaats ligt. Zijn vrouw kan wegens haar kwetsbare situatie en de grote reisafstand niet bij haar man op bezoek gaan. Zij raakt, mede door het gemis van haar man, erg verward en angstig. Het gaat thuis niet meer en zij moet in een verpleeghuis worden opgenomen.
Ver van huis
De heer Kruitberg twijfelt of hij er goed aan gedaan heeft zich te laten verwijzen. Hij vraagt zich af waarom de specialisten in zijn eigen ziekenhuis niet de stent konden plaatsen. En waarom kon de dokter van het academisch ziekenhuis niet naar zijn eigen ziekenhuis komen om de stent te plaatsen? Of had hij de ingreep, zo ver van huis, misschien helemaal niet moeten laten doen, dan had hij nog een paar goede weken thuis bij zijn vrouw gehad, ondersteund door huisarts en wijkverpleegkundige.
Deze fictieve casus geeft het dilemma weer waar we in de zorg regelmatig mee te maken hebben. We proberen goede zorg te realiseren door het opstellen van landelijke kwaliteitsstandaarden. Deze bevatten vaak volumenormen en harde eisen op het gebied van beschikbaarheid en opleiding van personeel. Dit alles leidt tot concentratie van met name complexe zorg in regionale centra. Op zich een goede zaak, zolang de kwaliteit er maar beter door wordt.
Maar er kunnen ook onbedoelde gevolgen zijn voor de toegankelijkheid van het zorgaanbod. In het geval van de heer Kruitberg was de behandeling vast van betere kwaliteit, maar dit ging ten koste van zijn kwaliteit van leven en die van zijn echtgenote. Het is goed om hiervoor oog te hebben en met elkaar de dialoog te voeren over de juiste balans tussen kwaliteit en toegankelijkheid. Bij de ene patiënt kan de balans heel anders uitvallen dan bij de andere. Laten we dit soort zaken vooral niet bekijken vanuit het perspectief van de zorgaanbieder, maar vanuit de zorgvrager. Als je claimt de patiënt centraal te stellen, doe dat dan ook.