Naast alle mooie kansen die gezondheidsapps bieden, ontstaat ook een nieuwe range aan problemen. Namelijk een teveel aan informatie. Al die data moet langs de zorgverlener om context toe te voegen, voordat het zinvolle informatie wordt.
De markt van health apps is booming. Voor elke aandoening, sportieve activiteit, lichamelijk functie en levensfase is wel een specifieke app te vinden. Al deze apps helpen het leven van ons te verbeteren of te ondersteunen. Bij voorkeur delen we deze informatie ook met elkaar, onze huisarts, fysiotherapeut, psycholoog of welke zorgverlener dan ook.
Kansen en problemen
Veel van hetgeen we binnen de zorgverlening doen is gebaseerd op informatie. Of het nu gaat om diagnose, monitoring of directe ondersteuning bij behandeling en therapie; informatie vormt een drijvende kracht. En over hoe meer informatie een zorgverlener beschikt, hoe beter hij zijn beleid kan toespitsen op de specifieke situatie van de patiënt. Kortom: health apps bieden hele mooie kansen!
De grote kansen ten spijt, de opkomst van al deze health apps levert wel degelijk ook problemen op voor zorgverleners. Ten eerste is het voor een zorgverlener van belang om te weten of hij kan vertrouwen op de gegevens vanuit een bepaalde app. Zaken als de validiteit van de meting, de veiligheid van data-uitwisseling of de mate waarin de aangeleverde gegevens verrijkt kunnen worden, zijn van wezenlijk belang om van al die gegevens nuttige informatie voor zorgverlener en patiënt te kunnen maken. Bepaalde apps hebben al deze voorwaarden uitstekend op orde, maar andere totaal niet. Hoe weet je als zorgverlener waar je op kan vertrouwen? Op NOS.nl werd hier recent al aandacht aan besteed
Woud van apps
Dan is het nog de vraag op welke wijze deze informatie nu onderdeel gaat worden van het zorgproces. Op welke wijze neem je de door de patiënt zelf gemeten gegevens op in je dossier? En welke juridische status hebben die gegevens dan? Hoe verhoudt de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) van de patiënt zich tot het elektronisch patiëntendossier (EPD/ECD) van de professional? Over deze zaken wordt natuurlijk al nagedacht, maar een eenduidig antwoord is nog niet geven.
Maar het grootste risico is de overvloed aan gegevens. Als deze trend doorzet, worden zorgverleners overspoeld met allerlei zelfmetingen vanuit een woud van apps. De dokterspraktijk als zenuwcentrum van een continue stroom aan signaleringen, metingen en observaties. Gegevens waar patiënten via e-consults allerlei specifieke vragen over gaan stellen. Ook weer via allerhande digitale kanalen. Administratieve lastenverlichting zei u..?
Bypass
Bovenstaand doemscenario is natuurlijk niet nieuw of onbekend. Echter, de laatste tijd neemt de toename van de apps een steeds grotere vlucht. Daarom is het van belang dat we als sector een antwoord gaan geven, niet alleen op de kansen maar juist ook richting de problemen.
Met betrekking tot dat laatste spelen de verschillende beroepsverenigingen een sleutelrol. Ten eerste is van belang dat zij, namens de zorgverleners, een standpunt innemen over de wijze waarop health apps onderdeel gaan worden van het zorgproces. Naast beleid over toepassen van informatie en dossiervoering, vraagt dit ook een kwaliteitsoordeel over de verschillende apps. Dit laatste punt vraagt een duidelijk kwaliteitskader en een continue monitoring. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar wel broodnodig.
Belangrijke constatering; niets doen is geen optie. Want dan stromen de informatie-aderen van de zorg dicht. En dichtgeslibde aderen betekent een infarct! Tijd voor een bypass vanuit – wie anders? – de zorgprofessional zelf.