Uitkomstindicatoren? Ja! Datamanagement? Ja! Data scientists? Ja! Dashboards? Ja! Value-based contracting? Ja! Benchmarking? Ja! Predictiemodellen? Ja! Machine learning? Ja! Maar laten we leren van onze fouten en onthouden dat data ondersteunend is in de zorg.
De kern van value based healthcare is dat we ons moeten richten op het creëren van ‘waarde’ voor patiënten. Hiervoor is het belangrijk om zicht te hebben op de resultaten van zorg. De belangrijkste reden dat VBHC zoveel enthousiasme weet te genereren, is dat het dicht bij de dagelijkse praktijk van zorgprofessionals blijft. Zorgen we als team goed voor onze patiënten? En wat kunnen we doen om te verbeteren? Het legt de regie en verantwoordelijkheid voor kwaliteitsverbetering in ziekenhuizen weer veel sterker bij artsen en verpleegkundigen. Maar het reële risico is dat die regie in de komende jaren keihard en fundamenteel wordt afgepakt.
Waarschuwing
We komen in een nieuwe fase terecht met de implementatie van value based healthcare in de zorg. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het inzichtelijk maken van uitkomsten van zorg. Dit is breed omarmd en in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat we in 2022 de helft van de zorg transparant willen hebben op uitkomsten. Tegelijk wordt voorzichtig aan geëxperimenteerd met contractering op ‘waarde’. Het gedachtegoed van VBHC lijkt zich als een olievlek te verspreiden. Waarom dan toch een waarschuwing?
Experimentele fase
Op dit moment zitten we in een experimentele fase met het gebruik van uitkomstindicatoren en value based healthcare. Indicatorensets en modelcontracten worden ontwikkeld door enthousiaste koplopers met nog veel ruimte voor discussie en interpretatie. We zien inmiddels de indrukwekkende successen, leren van elkaar, bijvoorbeeld door benchmarking tussen de Santeon ziekenhuizen. Maar ik ben er van overtuigd dat een belangrijk element van het succes van VBHC tot nu toe juist die vrijheid is doordat we nog in een ontwikkelfase zitten.
In de volgende fase wordt het pas echt spannend. Wat doen we wanneer we de doelstellingen hebben gehaald van het Hoofdlijnenakkoord? Gaan we dan het ‘oude denken’ van verplichte registraties en opgelegde normen weer uit de kast halen? Gaan we contracten afspreken op uitkomsten waarin de data belangrijker worden dan de toelichting?
Perverse prikkels
Het is eenvoudig om deze keuze te maken. Maar de data wordt dan onze werkelijkheid. Met alle perverse prikkels die dan opnieuw meekomen. Hoeveel je ook corrigeert voor ‘casemix’, de gemakkelijkste manier om je cijfers op te poetsen blijft toch om ‘complexe’ patiënten niet te opereren. En als je contracteert op drie indicatoren, wordt indicator vier vergeten. Weg regie bij zorgprofessionals, weg vertrouwen, weg droom van VBHC.
Ontwikkelingen rondom gebruik van data, predictiemodellen, etc. kunnen ons helpen om betere zorg te verlenen. Maar dat is niet de kern van VBHC. Dat gaat erover dat we ons in de zorg verantwoordelijk voelen voor hoe we de ‘waarde’ voor patiënten kunnen vergroten en ons daar gezamenlijk verantwoordelijk voor voelen.
Ik zie een groot risico dat na de huidige vrije fase de teugels weer strak worden getrokken. Laten we zorgen dat dat niet gebeurt en de ingezette trend richting verantwoordelijkheid voelen, vertrouwen geven en continu verbeteren vasthouden.
Paul van der Nat
Senior adviseur en onderzoeker St. Antonius Ziekenhuis