Slechte ervaringen met -wat ik maar noem- oneigenlijke BV-constructies in de zorg leiden, zoals vaak het geval is, tot een pleidooi voor meer regels gepaard met een steviger controle en dito toezicht. De bijna reflexmatige roep om meer regels is lang niet altijd de beste weg, zo ziet gelukkig ook minister De Jonge.
In zijn antwoord op Kamervragen van 29 april over het pleidooi van toezichthouders voor een rem op BV-constructies benoemt minister De Jonge de voordelen om activiteiten van de zorgorganisatie in aparte rechtspersonen onder te brengen. De minister toont zich genuanceerd: “Er kunnen voor zorgorganisaties goede redenen zijn om bepaalde ondernemingsrechtelijke constructies te hanteren”. Het belang van de zorgorganisatie -het verlenen van goede, betaalbare en toegankelijke zorg- kan gebaat zijn bij het onderbrengen van activiteiten in aparte rechtspersonen.
Intern toezicht versterken
Geen weldenkend mens zal het oneens zijn met het belang van transparant en integer bestuur en toezicht. De rolverdeling in de zorg is helder: het bestuur richt de organisatie in en het interne toezicht beoordeelt deze op transparantie (geen belangenverstrengeling, geen ontwijkingsconstructie) en uitkomsten (leveren wij de doelstellingen waar wij voor staan?).
Het interne toezicht op dit onderdeel versterken is van groter belang dan het bedenken en invoeren van specifieke regels voor de inrichting van BV’s in de zorgsector. Bevorder dat het bestuur én interne toezicht voldoende zijn toegerust om elk vanuit hun rol de merites van BV-constructies te beoordelen op hun toegevoegde waarde voor de zorgorganisatie – sterker nog: het belang van goede, betaalbare en toegankelijke zorg.
Ergo: minder regels en goed opletten. De minister: “Het mag nooit zo zijn dat bestuurders en interne toezichthouders het overzicht en grip op de organisatie verliezen”. Waarvan akte.
Directeur van de NVZD, vereniging van bestuurders in de zorg, en toezichthouder bij verschillende zorgorganisaties