Laat ik de prachtige initiatieven van Hugo de Jonge, onze CDA-minister van Volksgezondheid, niet direct de grond in boren. Want ja, we hebben het enthousiasme, de daadkracht, de rake opmerkingen en het starten van projectgroepen echt nodig.
Maar wat wordt uiteindelijk realiteit? Zijn we daar dan nog in geïnteresseerd? Vinden we dat dan nog belangrijk? Of is het starten van een initiatief voldoende en zijn we opgelucht?
Het enthousiasme van onze minister is aanstekelijk en of het nu projecten voor dementie, ouderzorg, de doorgeslagen marktwerking of een dak- en thuislozenproject betreft, het is allemaal raak. We zeggen allemaal volmondig JA! Het doet een beroep op ons sociale hart en saamhorigheid. Eigenlijk zeggen we allemaal dat hier iets aan zou moeten gebeuren. Maar hoe doen we dit dan?
Ik stel mezelf de vraag of dit de goede route of start is. En wat maakt het project tot succesvol en geslaagd. We hebben tenslotte boegbeelden, vaandeldragers en verzetsstrijders nodig om het sociale hart van de zorg te voeden. De boegbeelden zorgen voor de positiviteit en geloven dat het écht mogelijk is om een nieuwe gedrevenheid te verwezenlijken. Hier geloof ik in. De vaandeldragers zijn de belangrijkste ambassadeurs. Zij zien mogelijkheden en gaan aan de slag, worden gezien als rolmodel, motivator en als grote voorbeeld. De derde groep wordt gevormd door de verzetsstrijders, waar ik mezelf onder schaar. Dit zijn de mensen, die in het systeem werken, vragen stellen en regels ter discussie te stellen en proberen om grote veranderingen een zetje te geven.
Ik zou minister De Jonge willen vragen om de luchtballonnen naar beneden te halen en deze dichter bij het proces te brengen. Daar vindt de werkelijkheid plaats, daar zie je wat er moet gebeuren. Daar kun je aan de knoppen draaien en aansluiten op wat er ECHT moet gebeuren.
Het boegbeeld zijn is uitstekend, nu de uitwerking nog!