Wie ziek is, heeft recht op zorg. Via een mooi zorgsysteem hebben wij dit in Nederland goed geregeld. Preventie vindt maar lastig een plek in dit systeem. Toch moeten we, om ons zorgstelsel betaalbaar te houden en de ziektelast te verminderen, serieus werk maken van preventie.
Met ruim een miljoen mensen die eraan lijden en een toename in prevalentie, kun je diabetes type 2 gerust een volksziekte noemen. Na de diagnose diabetes komt het zorgapparaat in beweging. Mensen met type 2 krijgen (meestal) tabletten en advies om meer te bewegen en gezonder te leven inclusief periodieke consulten voor controle. Als het nodig is komt hier een bloedglucosemeter en insuline bij.
De aandacht en zorg voor een miljoen mensen met diabetes zijn uiteraard volledig terecht. Tegelijk is er op dit moment een even grote groep met (zwaar) overgewicht en metaboolsyndroom die een verhoogde kans op ontwikkeling van diabetes type 2 heeft. Maar vóór de diagnose diabetes is er nog te weinig aandacht voor de mogelijkheden om de almaar toenemende ziektelast en zorgkosten van diabetes type 2 te voorkomen.
Anders denken
Met de introductie van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) wordt een poging gedaan preventie onderdeel te maken van het zorgstelsel. Dit blijft echter een lastige oplossing. We weten allemaal dat bewegen en gezond eten de kans op diabetes verkleint. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor een leefstijlinterventieprogramma moet echter bewezen zijn dat het twee jaar na de start effectief is. Daarbij moet het onderzoek in Nederland plaatsvinden. Logisch, maar dit zorgt wel voor een enorme toetredingsdrempel en een beperking van doorontwikkeling van de programma’s.
Het effectief organiseren van dergelijke programma’s vraagt om anders denken. Bijvoorbeeld door het beoordelen van leefstijlinterventieprogramma’s op wat we nu al weten. Deze programma’s kunnen vervolgens in de praktijk worden toegelaten inclusief de vergoeding. Is het programma uiteindelijk niet effectief, dan moet de vergoeding bijvoorbeeld worden terugbetaald. Dit verlaagt de drempel voor toetreding tot de markt en geeft een enorme stimulans aan de ontwikkelaars van de interventies om effectieve zorg te leveren. Die dragen immers het risico.
Samen naar een oplossing
Preventie ligt niet alleen op het bord van de overheid of van zorgverzekeraars. Wat mij betreft is het ook aan healthcare bedrijven om daar met hen over na te denken. Misschien moeten we voor vergoeding helemaal niet alleen met verzekeraars om de tafel, maar met bedrijven en gemeenten waarvoor de link preventie-opbrengst veel helderder is. Tijdens de ontwikkeling is het van belang dat partijen samenwerken, naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen om de rigiditeit en automatismen van het systeem te doorbreken. Dat geldt voor de overheid, verzekeraars, zorgorganisaties en zeker ook voor zorgbedrijven.