Kill the PNIL. Tijdens een bezuinigingsronde in mijn vorige werkkring, was dit één van de motto’s. Immers: de kosten van personeel-niet-in-loondienst (PNIL) zijn 50 tot 100 procent hoger dan van eigen personeel. Dit vanwege betere arbeidsvoorwaarden, soms een leaseauto, bemiddelings- of uitzendfee en daarnaast 21 procent BTW. Dus minder PNIL was nodig om als zorgaanbieder financieel gezond te worden en te blijven.
PNIL (vaak gaat het om zzp’ers) kost per saldo meer. Uiteraard kan in sommige situaties de inzet van ingehuurd personeel hard nodig zijn. Het geeft meer flexibiliteit, ze zijn snel beschikbaar, soms hoger gekwalificeerd, soms ook de enige optie om een vacature op te lossen op korte termijn. Dat een bouwbedrijf of autofabriek moet werken met een grote flexibele schil, om schommelingen in de conjunctuur op te vangen, is logisch. Maar in de zorg doen deze conjuncturele schommelingen zich nauwelijks voor. De zorg groeit en blijft groeien. De uitdaging is juist of we de groei de komende jaren een beetje in toom kunnen houden, zodat het betaalbaar en bemensbaar blijft?
Inmiddels beginnen de nadelen van PNIL de overhand te krijgen boven de voordelen. Nog los van de hoge kosten, zijn zorgaanbieders die in financieel zwaar weer geraken extra kwetsbaar als een groot deel van het personeel is ingehuurd. Zorgaanbieders lopen het risico dat bij het aanvragen van uitstel van betaling de ingehuurde medewerkers eieren voor hun geld kiezen en vertrekken. Dit kan de continuïteit van zorg per direct in gevaar brengen en kan een snel faillissement in de hand werken. Het bekendste, recente voorbeeld hiervan heeft de afgelopen maanden niet alleen in Amsterdam, maar landelijk voor veel ophef gezorgd. En begrijpelijk.
Verkeerde zuinigheid
Ziekenhuizen ervaren grote tekorten in met name de acute as (spoedeisende hulp, intensive care, geboortezorg) alsook voor de functies operatieassistent en anesthesiemedewerker. Veel vacatures zijn inmiddels opgevuld door PNIL in te huren, vaak dezelfde mensen als daarvoor in vaste dienst, maar nu tegen veel hogere kosten. We hebben in Nederland de afgelopen jaren te weinig zorgmedewerkers opgeleid, en niet een beetje.
Het Capaciteitsorgaan adviseerde voor bovenstaande beroepen onlangs om het aantal opleidingsplaatsen uit te breiden met meer dan 60 procent ten opzichte van hun advies van twee jaar geleden. Dat gaat niet makkelijk lukken. We gaan nog vele jaren last hebben van onze verkeerde zuinigheid uit het verleden. Een beetje geld besparen door te bezuinigen op de zorgopleidingen, wreekt zich nu in langdurig hoge PNIL-kosten en forse onderlinge concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
Ook in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg doet dit probleem zich voor. We investeren op dit moment zoveel extra geld in de sector, dat het niet lukt om op normale contractvoorwaarden de benodigde extra mensen te werven. Op een aantal plekken in de zorg zien we dat het niet meer lukt alle diensten (vooral avond-, nacht- en weekenddiensten) ingevuld te krijgen, omdat er te weinig vast personeel is om hierop in te roosteren. Zzp’ers lijken te bedanken voor deze minder geliefde diensten.
En zo komen we dus in de tredmolen van hogere personele kosten door meer inzet van PNIL, en neemt de beschikbaarheid van zorg af. We betalen fors meer, maar krijgen er, per saldo, nauwelijks meer arbeidsinzet voor terug. Met als gevolg dat met name in de 24/7 zorg gaten ontstaan.
Loondienst moet lonen
Ik mocht vorige maand een masterclass geven op de Avans Hogeschool voor een groep jonge mensen die de opleiding hbo-verpleegkunde volgden. Ik sprak naderhand een aantal leerlingen. Eén van hen zei: “Ik ben toch niet gek, om voor een cao-loon te gaan werken in loondienst? Ik ben als student hbo-v niveau 6, inmiddels gekwalificeerd als verzorgende individuele gezondheidzorg niveau 3. En ik werk dus naast mijn studie als zzp’er in de thuiszorg.” Ik vroeg op mijn beurt of ik mocht weten tegen welk tarief. Het antwoord: “Sommigen vragen 50-55 euro, ik doe het voor 40 euro per uur, als ik nu in loondienst ging kreeg ik 12 euro bruto, sommige van mijn studiegenoten lopen een soort werkstage voor nog minder geld, dat is pas echt onnozel. En als zzp’er mag ik mijn eigen rooster en werktijden bepalen, en ik heb heel veel vrijheid en verantwoordelijk! ideaal! En ik kan nu alvast geld opzij zetten voor later, dat lukt echt niet van 12 euro per uur! Ik ga echt nooit in loondienst!”
We komen uit de tijd van het algemeen verbindend verklaren van cao’s, ontslagbescherming, periodieke loonsverhoging per dienstjaar en een gegarandeerd goed pensioen. Je mocht blij zijn met een vaste baan. Inmiddels kun je overal aan de slag. Het cao-loon is veel lager dan het zzp-honorarium. En de verplichte pensioendeelname en hoge pensioenpremie leiden niet meer tot de zekerheid van een goed pensioen. En een dienstverband wordt soms eerder als knellend dan als bevrijdend ervaren.
Het wordt tijd dat we gaan nadenken over een cao en contractvormen die passen bij wat onze mensen in de zorg prettig vinden. Het wordt tijd dat we met elkaar weer een gelijk speelveld creëren voor alle medewerkers in de zorg. Zodat iedereen tegen vergelijkbare arbeidsvoorwaarden zijn diensten levert, en we ook de lasten van de 24/7 zorg eerlijk verdelen onder elkaar, en iedereen daarin zijn aandeel heeft.
Werken in de zorg, ook in loondienst, moet lonen. Zorgverzekeraars kunnen hierin hun aandeel nemen door in de inkoopcontracten voldoende zekerheid te bieden om daarvoor personeel in vaste dienst te nemen tegen goede arbeidsvoorwaarden. Maar er is ook werk aan de winkel voor werkgevers, de overheid en andere betrokken partijen in de zorg om loondienst weer lonend te maken!