De vergrijzing vraagt om een ander samenspel tussen formele en informele zorg en ondersteuning. Totaal anders dan we voordien binnen de institutionele zorg gewend waren.
‘Honderden nieuwe verpleeghuizen nodig’, lees ik 5 februari in een nieuwsbrief van Skipr. Deze stevige bewering is gebaseerd op de bevindingen van Vardetun en Verstegen accountants. Zij hebben het over aantallen in locaties met daarbij behorende verpleegplaatsen. De consultants stellen in dit artikel ook een drietal oplossingen voor om deze uitbreiding te financieren: huidige leveranciers moeten de mogelijkheid krijgen om de winst en reserves te verhogen, de huidige tarieven moeten omhoog (onder andere door flexibel gebruik van de kwaliteitsmiddelen) en de deuren open te zetten voor kapitaalkrachtige buitenlandse investeerders die kennis en ervaring van internationale ouderenzorg kunnen meenemen.
Menselijke maat
Tot zover een bewering die is ontdaan van iedere menselijke maat. Een bewering enkel en alleen gebaseerd op statistieken over de vergrijzing en de kosten die dit met zich meebrengt. Met oplossingsrichtingen die zijn gebaseerd op de manier zoals we het in Nederland altijd hebben georganiseerd. In mijn beleving is deze berichtgeving daarom niet meer dan een poging om met het gooien van een steen in een vijver aandacht te creëren voor een vraagstuk zonder dat de genoemde oplossingen daadwerkelijk een antwoord zijn.
Maar waar het echt om gaat is, juist nu, vanwege het vraagstuk van de vergrijzing, te komen tot een totaal andere benadering dan een institutionele oplossing. In de eerste plaats om de mensen die het betreft, in de tweede plaats om personele tekorten in de zorg op te kunnen vangen en in de derde plaats om de kosten beheersbaar te houden.
24-uurs zorg
De belangrijkste reden dat het thuis niet meer gaat is het ontbreken van 24-uurs aanwezige zorg; als dit een vereiste is moet men verhuizen. Om daarna dan ook je eigen leven voort te kunnen zetten zoals je dat gewend bent, is er meer nodig dan ‘een plaats’ in een verpleeghuis. Daarnaast geven verzekeraars eensgezind aan dat wat momenteel binnen institutionele verpleeghuis als een all-inclusive aanbod wordt geboden financieel niet langer houdbaar is.
De Wet langdurige zorg kan niet worden gezien als een woonverzekering. Ook de vergoeding voor eten, drinken, schoonmaak en was zal niet lang meer een vast onderdeel van de standaardvergoeding zijn. De aanloop naar een contractuele scheiding tussen wonen en zorg is al jaren geleden ingezet, mede om de kosten binnen de Wlz beheersbaar te houden. De genoemde drie verschillende uitgangspunten vragen om nieuwe denkrichtingen en nieuwe oplossingen, om nieuwe constructen tussen verschillende partijen binnen het sociaal domein.
Ze vragen van ieder mens ook voor zichzelf na te denken hoe het moet bij het ouder worden, want de huidige en mede door de vergrijzing nog te verwachte tekorten van zorgmedewerkers vraagt nu al om een ander samenspel tussen formele en informele zorg en ondersteuning. Totaal anders dan we voordien binnen de institutionele zorg gewend waren.
Differentiatie van de woningmarkt
In mijn optiek los je het vraagstuk alleen op door niet meer in ‘verpleeghuizen’ te denken, maar in ‘differentiatie van de woningmarkt’. In woonvormen die mensen in staat stellen om mede door de 24-uurs aanwezige zorg hun eigen leefwijze vast te houden, waarbij met name lokaal verankerde zorgorganisaties, woningcorporaties en beleggers eigenaar zijn van de huisvesting en waar zorgorganisaties in samenwerking met (lokale) organisaties komen tot een samenhangend en integraal aanbod van zorg, welzijn en diensten.
Met de omslag van ‘Verblijf naar Wonen’ worden op een aantal locaties in Nederland beschermde woonvormen gebouwd. Daarbij staat niet de ziekte centraal, maar de mens. Zoals ook zo treffend is verwoord door Machteld Huber binnen het perspectief van ‘Positieve gezondheid’.
Het vraagstuk van de vergrijzing vraagt juist om innovaties op het bestaande, om creativiteit en verbinding in de huidige samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen. Het gaat om echte oplossingen bezien vanuit de mens die het betreft, in plaats van een technocratische benadering vanuit de verouderde institutionele systemen.