Het Capaciteitsorgaan adviseert om flink te investeren en fors meer tandartsen op te leiden.Treuzel niet langer, houd de uitstekende tandheelkunde in Nederland op peil, zodat ook de volgende generatie naar de tandarts kan.
Steeds meer Nederlanders kunnen in de nabije toekomst geen beroep meer doen op een tandarts. In provincies als Drenthe, Limburg en Zeeland is er nu al een groot tekort. En ook in de Randstad zullen patiënten binnenkort op een forse wachtlijst moeten rekenen, als ze al een tandarts kunnen vinden. Dat is het trieste resultaat van het jarenlang negeren van de adviezen van het Capaciteitsorgaan om meer tandartsen op te leiden, zonder dat de verantwoordelijke bewindslieden ooit iets met deze adviezen hebben gedaan. Maar dit het moment om het tij te keren.
Taakherschikking
Al in 2010 en 2013 constateerde het Capaciteitsorgaan dat er te weinig tandartsen werden opgeleid. In een eerdere column uit 2016 schreef ik dat de adviezen politiek gezien, niet in de beleidsvisie van VWS pasten. Het leidde tot het stopzetten van de subsidie aan de Kamer Mondzorg binnen het Capaciteitsorgaan. Het creëren van een schaarste aan tandartsen kan namelijk niet los worden gezien van de wens om taken, zoals boren en röntgenfoto’s van de tandarts naar de mondhygiënist te substitueren, de zogeheten taakherschikking.
Ondertussen kwam die taakherschikking nauwelijks op gang, ondanks het feit dat er binnen tandartspraktijken, waar zeventig procent van de mondhygiënisten werkzaam is, nauwelijks wettelijke barrières zijn om de werkzaamheden anders te verdelen.
Zoals wel vaker werd niet getwijfeld aan het ingezette beleid, maar juist een vlucht naar voren genomen. Met een Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) is vorig jaar een stelselwijziging door de Kamers geloodst, zodat een groot deel van de tandartszorg zonder tussenkomst van tandartsen kan gaan plaatsvinden. Bijvoorbeeld in praktijken van zelfstandige mondhygiënisten, waar slechts een deel de mondhygiënisten werkzaam is of in de bussen van de schooltandverzorging. Het ooit zo zorgvuldig geformuleerde uitgangspunt van een mondzorgteam met daarin de tandarts als aanspreekpunt en coördinator van de zorg, wordt met voeten getreden. Zonder enige zekerheid of dit verstandig is of dat het überhaupt mogelijk is.
Ondertussen droogde de afgelopen jaren wel de instroom van buitenlands gediplomeerden tandartsen op, mede doordat het vestigen in Nederland lastiger geworden is door de verplichte taaltoets. Met de scheve leeftijdsopbouw van de tandartsen gaan momenteel veel meer collega’s met pensioen dan er duurzaam bijkomen, zodat er in diverse regio’s al een nijpend tekort is en andere provincies snel zullen volgen.
Beleidsreligie
De voortdurende media-aandacht over het aankomende tekort aan tandartsen, mede dankzij onze beroepsorganisatie, heeft inmiddels wel geleid tot politieke druk om alsnog onderzoek te doen naar het benodigde aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde. De beleidsreligie – het heilige geloof dat taakherschikking de oplossing is – lijkt de werking van een boemerang te gaan hebben.
In 2018 werd het Capaciteitsorgaan gepasseerd en voerde het onderzoeksbureau Panteia in opdracht van het ministerie van VWS een nieuw capaciteitsonderzoek uit. Dit rapport bevatte vuurwerk door het advies om het aantal opleidingsplaatsen met 50 procent uit te breiden. Waarschijnlijk door deze politiek gevoelige lading werd het pas een half jaar later vrijgegeven, terwijl het (bijna ongewijzigde) concept er al in januari 2018 lag. Mede na druk door middel van een WOB-procedure aangespannen door de ANT, werd het alsnog vlak voor het zomerreces vrijgegeven. Dat was ook het moment dat door de huidige minister van VWS de directe koppeling tussen het aantal benodigde tandartsen en de taakherschikking van de mondhygiënist is losgelaten.
Een ironische situatie, omdat nu veel Nederlanders zonder tandarts komen te zitten vanwege het feit dat vanaf 2010 die koppeling juist wel is gemaakt.
Casino
Helaas zijn de vooruitzichten niet gunstig. Het experiment van de taakherschikking wordt nog steeds als een deel van de oplossing gezien, ook al is de verwachting dat slechts zo’n 200 mondhygiënisten mee zullen doen aan het experiment. Het Capaciteitsorgaan is gevraagd om eind dit jaar met een advies te komen, waarin de (onvoorspelbare) effecten van taakherschikking in zijn meegenomen.
De huidige opleidingscapaciteit in de mondzorg is gebaseerd op een rapport van Robin Linschoten uit 2006, waarin is gesteld dat 60 procent van de bevolking – de ongecompliceerde patiënt – de tandarts niet meer hoeft te zien. De leidende visie: met taakherschikking blijft onze mondzorg wel op niveau. Ondertussen weten we wel beter. Het hele mondgezondheidsbeleid ophangen deze koers is net zo riskant als een avondje Holland Casino. Het is gokken met de gezondheid van miljoenen Nederlanders. We kunnen alleen maar hopen dat deze minister wat meer lef en visie heeft en wel durft te investeren in de uitstekende tandheelkunde die we altijd hebben geboden. Dan kan de volgende generatie tenminste wel weer gewoon naar de tandarts.
Tandarts en voorzitter ANT