Een ziekenhuis kan nu failliet gaan zonder dat we weten waarom. Dat laat het faillissement van het MC Slotervaart wel zien. Tijd voor openheid over prijzen en standaarden voor kwaliteit van zorg.
In het FD van 18 januari stond een interview met Marco Varkevisser over de aanvaarding van zijn leerstoel Marktordening in de Gezondheidszorg. Belangrijke vraag was of de markt dan wel de overheid de problemen in de zorg moet oplossen. Het verhaal heeft een hoog gehalte “of je nu door de hond gebeten wordt of door de kat”. De uitkomst is dan ook, u raadt het al, een beetje van beide. Overheid én markt. Een faillissement als van het Slotervaart is volgens Varkevisser niet te voorkomen en heeft ook te maken met het verbod op winstuitkering.
Laten we eens gaan kijken in het Slotervaart. Uit het verslag van de curator blijkt dat te lage prijzen een oorzaak waren. De schatting is tot wel 20 procent onder het landelijk gemiddelde. Maar niemand weet het echt want de prijzen zijn het best bewaarde geheim in Nederland. Met zulke lage prijzen wordt winst maken bijna onmogelijk, dus voegt de mogelijkheid om winst uit te keren weinig toe.
Boze tongen beweren dat de kwaliteit van zorg ook nog wel eens een oorzaak geweest kon zijn. Echter; we weten dit niet. Negatieve incidenten zijn er over ieder ziekenhuis te melden en vallen altijd op. Gestructureerde metingen die echt iets over de kwaliteit van zorg zeggen zijn er nauwelijks. En voor mensen die nog geloven in de huidige kwaliteitsindicatoren; het Slotervaart stond op de 7e plaats van de AD Top 100 van 2018.
Verder weten we uit het roddelcircuit dat de productiviteit van het Slotervaart mogelijk laag was. Stel dat het waar is. Hoe moeten we het dan interpreteren? Veel verzekeraars willen juist dat ziekenhuizen minder gaan doen. Sommige doen dat met gerichte zinnige en zuinige projecten, andere door gewoon niet te betalen. Het zou zomaar kunnen zijn, de artsen waren allemaal in loondienst, dat er door het ontbreken van een productieprikkel erg zinnig en zuinig werd gewerkt in het Slotervaart. Dan waren ze dus én goedkoop én werkten zinnig en zuinig. En toch gingen ze failliet. Vreselijk toch? Maar we weten weer het niet, we weten namelijk helemaal niks.
Overigens kent het faillissement nog wel een ander interessant aspect. De zorgomzet van het Slotervaart is op ondoorgrondelijke wijze verdeeld over de omliggende ziekenhuizen. Die omzet is voor ziekenhuizen heel veel waard. Het is heel mooi als je te weinig omzet hebt en je kunt er zonder veel capaciteit uit te breiden 10 miljoen bij krijgen. Dat is het verschil tussen er warmpjes bijzitten als ziekenhuis, of zelf opgaan voor het volgende faillissement. Die omzet was dus geld waard op de markt. Daar hadden heel veel, ik denk alle, schuldeisers van betaald kunnen worden. Ook die ene verpleegkundige die haar 1000 PLB-uren kwijtraakte, wat voor haar ongeveer een half jaarsalaris is. Misschien kunnen de curatoren hier nog even achteraan.
Op de vraag wie de problemen in de zorg moeten op lossen is het antwoord dat de overheid aan zet is. Er is namelijk geen markt omdat informatie over de prijzen volledig ontbreekt, we niet weten wat goede (zinnige en zuinige) zorg is en we niet weten wat de kwaliteit is. In die setting kan een ziekenhuis dus failliet gaan zonder dat we weten waarom. De overheid dient daarom allereerst de prijzen via de NZa vrij te geven. Vervolgens moeten de wetenschappelijke verenigingen in de vorm van standaarden gaan definiëren wat goede zorg is. Dit kan en moet de overheid eisen. Tot slot moet gemeten worden of ziekenhuizen ook inderdaad goede zorg volgens de standaarden leveren. Hiermee brengen we de patiënt weer volledig in positie en kunnen de ziekenhuizen op basis van prijs en kwaliteit gaan concurreren.
Op 16 april sluit ik het Skipr event Strategische Procesinnovatie af met de beste strategie om die concurrentie aan te gaan.