In januari 2019 wordt er binnen de Wlz een nieuwe vervoersregeling voor vervoer van de woonlocatie naar de dagbestedingslocatie van kracht. Wat zullen de effecten zijn?
In de nieuwe beleidsregel is er binnen de gehandicaptenzorg sprake van 5 categorieën voor de bekostiging van vervoer. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt naar volwassenen en kinderen; rolstoel gebonden vervoer en niet rolstoel gebonden vervoer; vervoer in een groep of individueel en postcode afstand woonlocatie en plaats dagbestedingslocatie.
Participeren
Het vervoer met het openbaar vervoer, eigen vervoer of lopend vervoer valt niet (meer) onder de beleidsregel. Met name het vervallen van vervoer met het openbaar vervoer staat haaks op het beleid dat mensen zoveel mogelijk moeten participeren in de samenleving. Op dit moment vindt er nog overleg plaats tussen het Ministerie van VWS en het Zorginstituut Nederland. De kans is aanwezig dat de beleidsregel vervoer wordt aangepast zodat ook het vervoer met het openbaar vervoer onder de beleidsregel valt.
Grosso modo zullen, enkele uitzonderingen daargelaten, de meeste instellingen er qua inkomsten er op vooruit gaan t.o.v. 2018. Daarnaast zijn er echter ook situaties waarbij sprake is van een verlaging van opbrengsten. Dit betreft met name locaties dagbesteding voor mensen met een lichamelijke beperking en KDC’s (kinderdagverblijven). In deze gevallen kan er bij een beperkte afstand woonlocatie en dagbestedingslocatie in 2019 sprake zijn van lagere tarieven t.o.v. de tarieven in 2018.
Lastenverzwaring
Tegelijkertijd is het helaas de verwachting dat een belangrijk deel van de extra opbrengsten teniet wordt gedaan door de stijging van de vervoerskosten (prijsverhoging vervoerders en verhoging van het BTW tarief van 6 naar 9 procent). Daarnaast zal er sprake zijn van een forse administratieve lastenverzwaring. Naast de eenmalige inrichting (het vastleggen van de afstand woonlocatie en dagbestedingslocatie) zal ook het onderhoud van de regeling tijdrovend en foutengevoelig zijn. Denk daarbij aan mutaties als een cliënt verandert van de woonlocatie en/of dagbestedingslocatie of een cliënt die van meerdere dagbestedingslocaties gebruik maakt en daardoor mogelijk in verschillende categorieën valt. Ook zal er waarschijnlijk sprake zijn van verhoogde kosten accountantscontrole vanwege de toegenomen complexiteit.
De nieuwe beleidsregel biedt gelukkig wel de mogelijkheid om als zorgaanbieder in overleg met het zorgkantoor af te wijken van de categorie indeling zoals wordt gehanteerd in de beleidsregel.
Hierbij doe ik een oproep aan de zorgkantoren om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Daarnaast roep ik alle partijen (NZA, Ministerie van VWS, zorgkantoren) op om de uiteindelijke controle door de accountants bij de nacalculatie zo eenvoudig mogelijk te houden ten einde te voorkomen dat de extra middelen wegvloeien naar hogere administratieve lasten, waardoor de extra middelen ook daadwerkelijk kunnen worden ingezet waarvoor ze zijn bedoeld, het vervoeren van cliënten van de woonlocatie naar de dagbestedingslocatie.