Zo’n drie jaar geleden werden belangrijke decentralisaties van zorg, werk en jeugdhulp doorgevoerd. Met als ambitie om de zorg dichter bij de burger te brengen. Maar: is dat gelukt? Is het persoonlijker, betaalbaarder, efficiënter en effectiever geworden?
In de praktijk is het antwoord te vaak ‘nee’ en extra geld uit de stroppenpot van VWS en VNG biedt geen structureel soelaas. Er is juist een explosieve toename van administratieve lasten..
Cultuurverandering
Daarom is een kanteling in denken nodig, een cultuurverandering. Naast de transitie sec, zou de organisatie van de zorg anders ingericht moeten worden zodat het individuele proces van hulpverlener en cliënt ondersteund in plaats van gehinderd wordt. Laten we ervoor zorgen dat het prijzenswaardig uitgangspunt ‘dichter bij de burger’ niet verwordt tot een holle kreet of zoals je vaker hoort: een doodordinaire bezuinigingsoperatie.
Kwaliteit en keuzevrijheid moeten centraal staan. Dat betekent dat we instrumenten als marktwerking, aanbesteding en verantwoording gaan interpreteren als: ervoor zorgen dat burgers met een ondersteunings- en zorgvraag iets te kiezen hebben. En dat burgers op betrouwbare zorg, diensten en faciliteiten kunnen rekenen die hen in staat stellen om een zo zelfstandig mogelijk leven te leiden, bij voorkeur in een eigen woonomgeving.
Structuurverandering
Hoe organiseer je dat? Wie is aan zet en wie neemt de regie? In mijn voorstel krijgt iedereen een duidelijke afgebakende rol: 1. Centraal staat de cliënt. Die heeft in beginsel de regie over de zorg of hulp die wordt geboden. 2. Aangewezen zorgaanbieders krijgen de volledige ruimte en het vertrouwen voor de uitvoeringsregie. 3. Gemeenten bepalen de kaders, het budget en doen zaken met zorgaanbieders die daaraan voldoen en deel uitmaken van een coalition of the willing. 4. Het Rijk bewaakt het stelsel en grijpt in bij weeffouten, de stelselregie.
Vooral voor gemeenten en zorgaanbieders gaat het dan veranderen. De gemeenten nemen, of liever gezegd beperken zich tot de kaderregie. In overleg met gemeenteraden, cliëntenvertegenwoordigers en het maatschappelijk middenveld stellen gemeenten de beleids- en kwaliteitskaders vast. Inclusief het beschikbare budget met inachtneming van redelijke kostprijzen en marges. In plaats van de kramp van beheersing wordt het uitgangspunt: ‘High Trust High Penalty’. Van het veelkoppige monster genaamd ‘controle’ moeten we in deze belastende vorm af.
Gemeenten sturen wel op de toelating van zorgpartijen. Ook houden ze toezicht op kwaliteit en effectiviteit van de zorg en hebben ze het totaaloverzicht over de financiering. Verschillende (financierings-)systemen die botsten, zoals de combinatie van Zorgverzekeringswet en WMO, worden aangepakt. Mocht dat op gemeentelijk niveau niet lukken, dan wordt dat als belemmerende factor bij het Rijk als stelselverantwoordelijke aangekaart.
Anderzijds geeft de gemeente ruimte aan samenwerkende aanbieders om de uitvoering voortvarend ter hand te nemen. ‘Ruimte’ die organisaties vervolgens doorgeven aan hun professionals en ervaringsdeskundigen om cliënten en hun naasten bij te staan zonder last te hebben van verantwoordings- en registratiesystemen, afvinklijsten en financieringsregimes.
Zorgaanbieders
Voor zorgaanbieders vraagt het een onbaatzuchtig en duurzaam verbonden coalitie die maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en ervoor zorgt dat kwetsbare burgers naar de juiste plek begeleid worden. Lumpsum gefinancierd en belast met de uitvoering van het individuele zorgpakket. In die samenwerkende coalitie wordt de toeleiding naar zorg en ondersteuning samen met de cliënt en zijn naasten bepaald. Niet meer dan noodzakelijk en niet minder dan verantwoord. Spelregels worden door het collectief opgesteld en afgestemd met de beleidskaders van gemeenten.
Dit vraagt om het loslaten van autonomie en het overstijgen van domeinen. Samenwerken en netwerkgedrag in plaats van concurreren en territoriumgedrag. In mijn ogen onvermijdelijk omdat het faillissement van decentralisaties in een groot deel van ons land op de loer ligt. Noodzakelijk om naar een toekomstbestendig zorgbeleid, gericht op sociale inclusie voor iedereen, te komen. Dat was en blijft toch immers de bedoeling van de transitie?
Voorzitter RIBW Alliantie