Onze kijk op ziekten verandert in een rap tempo. Aandoeningen benaderen we individueler. De techniek wordt geavanceerder. Data maken ons slimmer. En behandelopties zijn hierdoor steeds meer gedifferentieerd. Wat dit betekent? Onze rol als zorgprofessional gaat drastisch veranderen.
We staan aan de vooravond van een paradigmashift in medisch handelen én het onderwijs dat ons hierop voorbereidt. Lang hebben we gebouwd op uitgangspunten die wij als ‘de waarheid’ zagen. Velen van ons geloofden dat wij als zorgprofessional een soort ‘alwetende’ zijn. Dat wij door onze kennis en kunde de aangewezen personen zijn om te vertellen wat er met mensen aan de hand is en wat voor hen de juiste behandeling of zorg is. Maar is dat nu nog zo? Nee, die tijd hebben we gehad.
Gepersonaliseerde behandelingen
In de vorige eeuw was het: ‘Knobbel in borst? Dat is borstkanker. Helaas, borst eraf.’ Gelukkig is deze one size fits all benadering verleden tijd. We hebben nu borstsparende operaties, hormoontherapie, doelgerichte medicatie, gerichte bestraling en verschillende vormen van chemotherapie. Allerlei zaken die vaak levensreddend zijn. En dan hebben we het nog niet eens over de preventiemaatregelen die we door de ontdekking van de borstkankergenen BRCA1 en BRCA2 kunnen inzetten voor erfelijk belaste vrouwen. Elke cliënt met borstkanker of wat voor ziekte dan ook, is uniek en krijgt straks – ik schat binnen enkele jaren al – alleen nog gepersonaliseerde behandelingen aangeboden. Daar gaan we naartoe. Nee, zijn we dus al bijna aanbeland.
De toekomst is dus personalized medicine die op basis van DNA-kenmerken voorspelt hoe agressief de tumor is, wat het risico op uitzaaiingen is en welke behandeling de beste kans van slagen heeft. Het doet er niet meer toe waar de kanker zit, maar vooral wàt voor soort kanker het is. Nu gebruiken we nog weefsel maar nog even en we zien met één druppel bloed welk genetisch profiel de tumor heeft en weten daarmee exact welke behandeling en medicatie voor een specifieke cliënt nodig is. Volledige personalisatie dus. Dat wordt de nieuwe werkelijkheid.
Diagnostiek en grote delen van de behandeling behoren straks niet meer tot het takenpakket van de zorgprofessional. De diagnose rolt zo uit de computer. Door de koppeling van miljoenen gegevens over aandoeningen en behandelmethoden. Door slimme algoritmes, de inzet van herkenningssoftware, et cetera. En het mooie: deze informatie is altijd up-to-date. Een snelheid qua kennisoverdracht waartegen je in de collegezalen niet meer op kunt. De halfwaardetijd van kennis zal slechts maanden zijn, misschien zelfs een paar weken. En na die automatische diagnosestelling rollen de behandelopties ook nagenoeg vanzelf uit de computer. Dus ja…wat moet een arts, verpleegkundige of apotheker dan eigenlijk nog doen?
Zorgprofessional 2.0
Heel veel naar mijn mening. Maar de klassieke rol van deze zorgverleners verandert. De zorgprofessional 2.0 voegt straks interpretatie van de individuele context en coaching hierbinnen toe aan de geautomatiseerde diagnostiek en behandeling. Dat zijn de primaire rollen die we straks hebben. De medische kennis en inzichten groeien exponentieel en kunnen we daardoor helemaal niet bijbenen.
Een arts wordt coach en begeleider van de cliënt. De verpleegkundige het luisterend oor tijdens het behandeltraject. Hij of zij voorziet de arts van een second opinion. De verpleegkundige is hiermee de dagelijkse reality checker voor de arts. De samenwerking vindt plaats op een manier waarop de cliënt echt volledig centraal staat. Want niet alleen behandelopties zijn gepersonaliseerd, ook de keuzes zijn straks 100% afgestemd op de wensen van de patiënt (die ik daarom ook liever ‘cliënt’ noem). De arts, verpleegkundige en apotheker werken dus nog nauwer samen en kijken voortaan alleen nog naar wat de cliënt werkelijk wenst. Ja, ook de apotheker, die dan nog meer op maat gesneden medicijnen maakt en farmacotherapeutische strategieën adviseert.
Dit ‘coachend dokterschap’ vraagt wel om andere vaardigheden van ons als zorgverleners. Life-long learning, persoonlijke ontwikkeling, zelfreflectie en coaching zullen voortaan de boventoon voeren. Zodat we nog meer invoelend worden en echt contact maken met onze cliënten. Iets waarvoor we ooit ook dit vak kozen. Da’s fijn. We worden weer wie we zijn.