Op het gebied van e-health kunnen sectoren als ziekenhuiszorg en huisartsenzorg nog veel leren van de ggz.
Daar lijken zaken als technische implementatie, validatie, AVG of beveiliging al opgelost, terwijl die in andere sectoren nog te grote drempels vormen om digitale applicaties te implementeren. Dat blijkt bijvoorbeeld bij thuismonitoring van vitale waarden.
Om te weten wat er speelt in de Maasstad en omstreken organiseerden Rotterdam eHealth Agenda en Tunstall, ontwikkelaar van connected care- en connected health-oplossingen, vorige maand een ronde tafel sessie over de impact van thuismonitoring van vitale waarden en de rol van zorginstellingen – verdeeld over vier sectoren: welzijn, ziekenhuizen, huisartsenzorg en de ggz. Deelnemers waren onder andere IJsselland Ziekenhuis, Erasmus MC, zorggroep STAR-SHL, Hogeschool Rotterdam en BAVO/Parnassiagroep.
Eerst het goede nieuws. De wil om te digitaliseren is groot. Zorginstellingen voelen dat wel. En anders is er wel de druk van patiënten of cliënten. Die gaan gewoon aan de slag met apps en wearables en ‘eisen’ dat de waarden in hun dossiers komen. De overheid stimuleert innovaties door middel van VIPP-programma’s of het programma Langer Thuis. De zorgverzekeraars beginnen ook de noodzaak in te zien. Dat blijkt uit de nauwe betrokkenheid van DSW en ASR bij e-health oplossingen in de ggz zoals de digitale poli van Parnassia/Psyq en Sense Health. De ggz heeft een voorsprong van jaren in de invoering van e-health en thuismonitoring. De noodzaak was – en is – hier hoog, bijvoorbeeld door de ellenlange wachtlijsten. En noodzaak is de moeder van innovatie. Dus veel knelpunten zijn in de ggz al opgelost.
Maar dan de praktijk in de andere zorginstellingen. Tijdens de ronde tafel sessie gaven IJsselland Ziekenhuis en Erasmus MC aan dat ze zich nog in de beginfase bevinden als het gaat om de concrete toepassing van e-health. Knelpunten die nu ondervonden worden zitten in de praktische vormgeving van de implementatie van thuismonitoring in grote, complexe organisaties. En: er moet nog wel een cultuurverandering plaatsvinden in de ziekenhuiswereld om patiënten buiten het huis digitaal te consulteren. Daarnaast spelen er ook allerlei praktische zaken zoals de devices en apparatuur waarover de cliënt of patiënt moet beschikken om informatie op afstand te kunnen uitwisselen met de zorg.
Bij huisartsen gaat de omslag nu langzamerhand plaatsvinden. Zij trekken zelf aan de bel om e-health in te zetten om aan te sluiten bij de wensen van de patiënt. Door samenwerking proberen zij het tijdgebrek voor implementaties op te lossen. Er spelen ook vragen op gebied van validatie. Er is eigenlijk nog geen instrument voorhanden dat een goede maat is voor de betrouwbaarheid van de apparatuur. Alles moet in de praktijk getest en getoetst worden op de juiste werking.
De resultaten uit de ronde tafel discussie waren duidelijk: we willen wel maar we weten nog niet precies hoe. Wie kan ons helpen de juiste keuzes te maken? Als gevolg hierop zetten de Rotterdam eHealth Agenda en Tunstall een aantal verdiepende vervolgsessies op de agenda voor de ziekenhuizen, GGZ, huisartsen en zorggroepen in de regio. Als eerste zijn de vijf Rotterdamse ziekenhuizen aan de beurt.
De taak van de Rotterdam eHealth Agenda is om juist dit soort vraagstukken op te lossen, samen met de Duizend Koplopers in de stad die kennis en ervaringen willen delen. De samenwerking met Tunstall was een eerste belangrijke stap om de stakeholders met elkaar in contact te brengen en samen op zoek te gaan naar oplossingen. Alleen ga je sneller, samen kom je verder.