Deze week viel mijn oog op het zoveelste nieuwsbericht over het personeelstekort in de zorg. Een serieus probleem. En ja, we zitten in een vicieuze cirkel. Want door krapte neemt de werkdruk zeker toe, wat weer leidt tot extra uitval en lagere instroom van gemotiveerde mensen. Maar als we nu eens ‘omdenken’ en dit tekort benaderen vanuit de positie die de zorgverlener hierdoor heeft. Leidt dat dan niet ook juist tot extra inzicht en nieuwe kansen?
“Ja”, luidt hierop mijn antwoord. Want door de te hoge werkdruk zijn zorgverleners nu ook zelf genoodzaakt om scherpere keuzes te maken. Anders hou je het gewoon niet vol. Steeds meer zorgprofessionals pakken daardoor al meer vrijheid bij de uitoefening van hun vak. Door vaker te kiezen voor parttime werken, meer aandacht te besteden aan persoonlijke ontwikkeling, zichzelf te verenigen (neem het initiatief ‘De Jonge Dokter’) of door eigen intervisie-groepen te formeren. Allemaal krachtige signalen dat een steeds groter wordende groep zorgverleners zelf de regie durft te pakken.
Heel begrijpelijk, want je kunt echt zelf meer handelingsvrijheid realiseren; daar heb je geen systeem of organisatie voor nodig. Het is wat mij betreft een mindset: de houding dat je als zorgverlener meer bewust bent van je eigen handelen en van het effect daarvan op jezelf en anderen. Dat is een win-win. Je doet je werk namelijk met meer aandacht en dus beter. En als we meer aandacht hebben, wordt de zorg voor alle cliënten in Nederland beter en daarmee ook ons vak aantrekkelijker.
Maar hoe doe je dat dan? Of nog wat grootser aangezet: hoe realiseert een zorgprofessional nu al een positieve verandering op de werkvloer? Na vele gesprekken hierover met onze eigen zorgprofessionals, kwamen de volgende actiepunten bovendrijven:
1. Signaleer wat eraan schort
Wat mij opvalt is dat zorgprofessionals geregeld worden opgeslokt door de mores van de organisaties en hun medewerkers. En natuurlijk: door bureaucratie, regels en soms best onlogische procedures en/of protocollen. Toen ik zelf nog in het ziekenhuis actief was als arts moest ik dagelijks onzinnige checkboxjes aanvinken. Steeds dezelfde en dan met onzinnige velden die telkens terugkwamen. ‘Leeftijd: 75. Zwanger? Ja/Nee’ Tja… Ook stellen zorgverzekeraars allerlei eisen en zijn de codes waarop nou precies geboekt moet worden erg onduidelijk. Dat doodt de intrinsieke motivatie van veel zorgverleners natuurlijk volledig. Maar als we nu met z’n allen die rompslomp op detailniveau signaleren, hebben we de eerste grote stap naar verbetering al gezet. Tenminste, als we daar dan niet over zeuren, maar voor die issues een oplossing gaan zoeken. En dat begint met zien, met het signaleren van de verbeterpunten.
2. Kies jouw verbeterpunt
Nee, één zorgprofessional kan niet de hele zorgsector veranderen, dat realiseer ik me. En de hele dag bezig zijn met verbeteringen doorvoeren is ook niet mogelijk. Ik roep dan ook op: Kies het verbeterpunt dat jou als zorgprofessional het meest aan het hart gaat! Al moet je daarvoor natuurlijk wel weten wie je bent, wat je als zorgverlener echt belangrijk vindt en waar dan vooral je kracht zit. Want pas als dat helder is, kun je ook veel betere zorg verlenen op de werkvloer. En dus: verbeterpunten zelf oppakken of bij de organisatie aankaarten. Ik zie het echt als keuzes die je dagelijks zelf kunt maken. Op de werkvloer dus. Natuurlijk kunnen we ook blijven klagen over ons zorgstelsel, dat overigens wel te boek staat als één van de beste ter wereld. En ja, we kunnen het systeem, de omstandigheden en de ‘anderen’ ook de schuld blijven geven van de weeffouten, obstakels en problemen die er heus wel zijn. Maar ik geloof meer in positieve actie: laten we gaan voor het stapsgewijs doorvoeren van verbeteringen.
3. Doe het gewoon
Nu wat voorbeelden. Bizarre formulieren. Blijven we daarover klagen of doen we er iets aan? Als je je ergert aan formulieren in het EPD – zoals ik destijds – kun je dat ook gewoon aanhangig maken. De meeste zorgorganisaties hebben tegenwoordig een CMIO, een Chief Medical Information Officer. En die is er niet voor niets! Ga met diegene in gesprek en laat je niet wegsturen. Of een ander voorbeeld: rij een keer naar die verzekeraar en vertel waar jij als professional tijdens de verantwoording tegenaan loopt. Vraag of er binnen de kaders ook net iets anders omgegaan mag worden met het indienen van declaraties. Ook hier geldt: je kunt blijven balen, je kunt het voor lief nemen, je kunt hopen op resultaten uit die werkgroep, je kunt wachten op de politiek; of… je probeert er nu zelf iets aan te doen. Laatste voorbeeld. Vind je als zorgprofessional dat cliënten te weinig aandacht krijgen? Neem je dan voor dat je dagelijks 10 minuten extra tijd besteedt aan de cliënt van wie jij denkt dat hij of zij dat het meest nodig heeft. Ja, desnoods in je eigen tijd. Want als je dit echt zo belangrijk vindt, is dat ook meteen hetgeen waar jij de bezieling voor je vak mee terugkrijgt. Kortom: gewoon doen!