Kwaliteitsregistraties kunnen veel meer voor de patiënt betekenen als zij beter samenwerken, omdat het zorgpad van een patiënt zich niks aantrekt van schotten. Om de waarde van de zorg voor de patiënt verder te verbeteren hebben we ook de kwaliteitsregistraties te ontschotten.
Kwaliteitsregistraties zijn vaak ontstaan om een bepaalde vraag te kunnen beantwoorden. Wat is het effect van behandeling X? Wat is de ligduur na operatie Y? Hoe groot is epidemie Z in Nederland? Maar om in deze tijd de echte kwaliteit te meten hebben we de geleverde zorg niet vanuit slechts één vraag, (zorg)organisatie of onderdeel, te bekijken. Heeft de geboden zorg waarde gehad voor de patiënt, was de kwaliteit overall gezien juist en sloot deze aan bij de behoefte van de mens? Daarvoor moeten we over de schotten heenkijken. Dat geeft meer relevante inzichten voor patiëntenzorg waarmee we samen de zorg verder kunnen verbeteren.
Kennisnetwerken
De beste input voor verbetering krijgen we door samen na te denken over wat we echt willen weten over hoe de zorg verder te verbeteren. Dit kan in multidisciplinaire kennisnetwerken bestaande uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, wetenschappelijke (beroeps)verenigingen en onderzoeksgroepen. Naast de kern dienen netwerk- en beheerorganistaties, beleidsbepalende instanties, brancheorganisaties, zorgverzekeraars en industrie in beperkte mate deel uit te maken van een netwerk. Kruis de eigen belangen weg en stop met vastleggen van wat we al weten. Deze kennisnetwerken per ziektebeeld moeten er op toezien dat kwaliteitsregistraties elkaar naadloos aanvullen, in plaats van elkaar beconcurreren.
Ook belangrijk is de no-nonsense check: is de kwaliteitsregistratie ons de registratielast waard? Minder vastleggen is niet altijd beter. En vooral het samen bepalen van verbeterplannen op basis van de uitkomst. Met koud ‘benchmarken’ (gewoon onderlinge staatjes vergelijken) is nog geen patiënt beter geworden. We moeten het gesprek aangaan over de uitkomsten. Waar zitten de problemen? Hoe pakken we dat samen aan? Juist door de verzamelde informatie te bespreken, vergroten stakeholders de kans dat verkregen inzichten worden geïmplementeerd.
Slimmer registreren
Vooral in de oncologie bestaan al enkele goede voorbeelden die in de richting van multidisciplinaire kennisnetwerken komen. Bijvoorbeeld het Hemato-oncologie register waarin de beroepsgroep (de NVVH), de onderzoeksgroep (de HOVON), de patiëntenorganisatie (Hematon), de kosteneffectiviteitsgroep van IMTA en IKNL overleggen. Samen bepalen zij zowel de vast te leggen items, de uit te voeren analyses en de manier waarop de nieuw verzamelde inzichten worden gedeeld. Ook mooi is de samenwerking bij darmkanker. Om te voorkomen dat de darmkankerpatiënten meerdere keren worden gevraagd om soortgelijke vragenlijsten in te vullen, stemmen de chirurgen, de internist-oncologen, onderzoekers, IKNL, de Dutch ColoRectal Audit (DCRA van DICA) en de Dutch Colorectal Cancer Group (DCCG), geholpen vanuit de cohortstudie PLCRC, de itemsets met elkaar af. Ook bij het maagslokdarmkankerregister vindt soortgelijke afstemming plaats. IKNL, de Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) en de Dutch Upper GI Cancer Group (DUCG) bepalen samen de vast te leggen items en prioriteiten voor onderzoek. Zomaar enkele voorbeelden om te volgen!
Het gaat er niet om minder te registreren (wanneer zijn we ooit minder gaan registreren?), maar om het verminderen van de registratielast door slimmer inrichten. En zorgen dat we optimaal profijt hebben van de registratie, optimaal inzetten om kwaliteit te verbeteren. Ontschot kwaliteitsregistraties! Zodat we met de informatie van de patiënt van vandaag werkelijk de patiëntenzorg van morgen kunnen verbeteren.