Af en toe wordt je ermee geconfronteerd dat je als jurist toch iets anders naar de wereld kijkt. Want waar een gemiddeld mens een koffieautomaat ziet, ziet een jurist een machine die geautomatiseerd koopovereenkomsten sluit. En zie je het huwelijk uitsluitend als een romantische aangelegenheid? Of kan je het niet helpen dit ook te zien als het aangaan van een overeenkomst met wel een heel dik pak algemene voorwaarden?
Juristen, althans sommige onder ons, kijken met een andere blik naar zaken. Ik moet dan altijd denken aan mijn oma en de cryptogrammen waar ze erg goed in was: “Je moet gewoon om een bochtje denken.” En dat is eigenlijk wat juristen ook doen. Die denken en kijken om een bochtje.
Toegevoegd woordje
Om een bochtje kijkend lees ik het Hoofdlijnenakkoord voor de huisartsenzorg. En vrijwel direct valt mijn oog op de passage over de werkdruk. In dit akkoord staat namelijk dat er iets gedaan moet worden aan de door huisartsen ervaren werkdruk. Ik weet niet of u huisartsen kent of niet, maar mijn ervaring is dat ze het echt druk hebben. Dus dan vraag ik mij gelijk af, waarom staat er ervaren werkdruk en niet gewoonweg werkdruk?
Het toevoegen van het woordje ervaren wekt toch de indruk dat de meningen daar over verdeeld waren en dat iemand aan de onderhandelingstafel eigenlijk vond dat de huisartsen aan het zeuren waren. Vergelijk deze twee voorbeelden maar eens in de setting van een functioneringsgesprek van een werknemer die heeft aangegeven het erg druk te hebben. “We zullen kijken wat wij kunnen doen aan de werkdruk” of “Wij zullen kijken wat wij kunnen doen aan de door jou ervaren werkdruk.” Dat laatste is toch iets subjectiefs. Er wordt afstand gecreëerd en of de werkdruk hoog is, is geen gemeenschappelijk standpunt meer.
Objectief
Dat roept de vraag op wie het woordje ‘ervaren’ aan het Hoofdlijnenakkoord heeft toegevoegd. Indien dit uit de pen komt van de huisartsenvertegenwoordigers, dan kan dit voor de huisartsen positief zijn, want dan zou men daarmee hebben willen aangeven dat het niet van belang is of de huisartsen objectief kunnen aantonen dat de werkdruk te hoog is, maar dat het afdoende is dat de huisarts dat als zodanig voelt. Maar als het komt uit de koker van een van de andere vertegenwoordigers, dan kan dit er op wijzen dat er toch een verschil van inzicht is ten aanzien van de werkdruk van huisartsen, maar dat men daar voor nu in heeft willen berusten. Als dat laatste het geval is, dan is de huisarts tot 2022 gered, maar daarna is het afwachten en moet hij er rekening mee houden dat hij zijn borst nat kan maken.