We horen en lezen over de moeder van Hugo Borst, de moeder van Adelheid Roosen en de moeder van Heleen van Rooyen. We horen en lezen over de noodzaak van mantelzorg, ingegeven door de beheersing van de zorgkosten. We horen en lezen over de toenemende vergrijzing en de daarmee samenhangende snelle toename van mensen met dementie.
Het zijn verschillende invalshoeken op hetzelfde thema. De een ingegeven door persoonlijke ervaring en emoties en de andere vanuit de houdbaarheid van het huidige zorgsysteem en de bijbehorende zorgfinanciering.
Bij deze twee invalshoeken valt vooral de tegenstelling in benadering op. De een vanuit de betrokkenheid van een kind die de moeder van weleer ziet verworden tot een fragiel bestaan in een wereld die in niets nog lijkt op hoe het ooit was. De ander vanuit instituties van zorg met daarbij behorende systemen. Vanuit deze laatste invalshoek is ook de term mantelzorger ontstaan. Niet meer iemands kind, ouder of geliefde zijn, maar iemands mantelzorger.
Mantelzorgers betrekken
Zorgmedewerkers in verpleeghuizen geven, na opname, aan dat ze de familie graag als mantelzorgers willen betrekken, maar werkt dat wel? De praktijk wijst vaak anders uit. Of zou het juist andersom moeten werken? We zoeken als kind, ouder of geliefde, de professionele hulp en ondersteuning die nodig is, soms 24 uur per dag, en houden daarbij vast aan de betekenis die we in het leven hebben gegeven aan degene die deze zorg en ondersteuning nodig heeft.
Zo zorgen we dat iemands eigen identiteit blijft bestaan. Zo vertellen we de zorgmedewerkers over de moeder, de vader, de geliefde. Mensen met een eigen gezicht, een eigen leven en een eigen bestaan die hulp nodig hebben om dat bestaan te kunnen behouden als het zelf en samen met hun dierbaren niet meer lukt. Bij voorkeur door het samen op te pakken, ieder vanuit de eigen rol en de eigen verantwoordelijkheid. Dus als we het zouden omdraaien, niet de familie tot mantelzorgers bombarderen, maar het aantrekken van professionele ondersteuning door familie, zou het dan beter gaan?
Menselijke maat
Dan blijf je iemands moeder of geliefde met een kind of geliefde die voor je wil zorgen. Dan word je niet gereduceerd tot een dementerende oudere, met een kind of geliefde die tot mantelzorger is benoemd. Zouden we dat nodig hebben om de zorg in te richten vanuit de menselijke maat, dat je iemands moeder kunt blijven, je hele leven? Ook als je aan vergevorderde dementie lijdt?
Net als de moeder van Hugo Borst, Adelheid Roosen, Heleen van Rooyen en alle andere moeders die nu nog geen naam hebben en worden geduid als dementerende ouderen. Zelfs op tv en in de krant door Adelheid Roosen en Hugo Borst als ze het niet over hun eigen moeder hebben.
Anneke Nijhoff
Conceptontwikkelaar FAME groep