De zorg in Nederland en vooral die voor ouderen staat onder grote druk. De redenen? De Nederlandse bevolking wordt collectief ouder en vraagt om meer zorg. Ons systeem van organisatie en verlening van zorg is verkokerd en ergerlijk bureaucratisch. Na jaren van sanering, zeker in de thuiszorg, is er nu een schreeuwend tekort aan zorgprofessionals. De kosten voor de zorg krijgen we toch maar niet in de hand.
Als we deze uitdagingen niet effectief aanpakken, ontstaat er een ongekend sociaal drama! Dit vraagt om onorthodoxe en radicale oplossingen. Het gaat om de cruciale vraag hoe we de zorg organiseren, ongeacht verblijf of financieringsregime. Dat moet en kan slimmer en doelmatiger: stel de zorg- en ondersteuningsvraag centraal en laat de financiering die volgen, niet andersom! Zo kunnen mensen langer zelfstandig thuis wonen, ook als de zorgvraag toeneemt. Tegelijkertijd leidt dit tot kostenbeheersing.
Het gaat dan om relatief lichte inzet van ondersteuning en begeleiding die leidt tot een verminderd beroep op zwaardere voorzieningen in de zorg. Een werkwijze die past in alle domeinen van zorg: Wmo, Zvw en Wlz. Die aanpak begint thuis!
Thuis kunnen we preventieve maatregelen nemen en mogelijke problemen vroegtijdig signaleren en in de kiem smoren. Het gaat erom in de vertrouwde omgeving ondersteuning, verzorging en uiteindelijk verpleging te bieden. Zo’n integrale benadering ontzorgt huisartsen, verpleeg- en ziekenhuizen in hoge mate.
Integrale aanpak
Een vroegtijdige signaleren en integrale aanpak voorkomt dat er te snel een beroep gedaan wordt op zwaardere en dus duurdere zorg, zoals opname in een verpleeg- of ziekenhuis. Zolang het medisch en sociaal verantwoord is, moeten mensen thuis kunnen wonen.
Achtereenvolgende kabinetten worstelen met het dilemma hoe zij de zorg zo economisch mogelijk kunnen organiseren; zo ook Rutte III. Maar de kosten gaan voor de baat uit. Ogenschijnlijk kundige bewindslieden zoeken naar de juiste (juridische) insteek, maar raken al snel verstrikt in hun eigen koker. Vaak praten ze over verpleeghuiszorg en een gezamenlijk pact voor ouderen, maar concrete keuzes blijven uit. Anno 2018 staat de zorg op een nieuw kruispunt na de decentralisatiegolf van een paar jaar geleden.
Ik constateer een paradox: mensen willen zelf ook zo lang mogelijk thuis wonen, maar de zorg thuis is verkokerd, bureaucratisch, op wantrouwen georganiseerd en daardoor onnodig kostbaar. Verzorg- en verpleegtehuizen zijn ten prooi gevallen aan een stevige bezuinigingsdrift, dus worden mensen nu vaak gedwongen lang thuis te blijven zonder adequate zorg-op-maat. Het is een catch-22 situatie.
Signalering
Tijdige signalering, passende diagnostiek en ondersteuning en zorg op maat helpt om een zwaardere zorgvraag te voorkomen of uit te stellen. Door een goede organisatie van zorg thuis voorkomen we dure verblijfsdagen in een ziekenhuis. Goede afstemming, inrichting en inzet van domotica dragen ertoe bij dat we ook ‘zwaardere’ zorg thuis kunnen organiseren en een gang naar verzorgings-, verpleeg- of ziekenhuis uitstellen.
De keuzes die het kabinet wil maken, dreigen de plank mis te slaan. Natuurlijk, de verpleeghuiszorg heeft versterking in menskracht nodig, maar vraagt vooral ook om een andere manier van werken. Met focus op de zorgvrager. We hebben niet alleen medisch onderlegde mensen nodig, maar vooral sociaal bekwame medewerkers die zich richten op het welbevinden van mensen in de laatste fase van hun leven. Liefdevolle zorg gericht op welbevinden van de mens moet de kern zijn. Maar goede verpleeghuiszorg begint al thuis; voordat men in een verpleeghuis komt.
Naast het slechten van bureaucratische en financiële schotten pleit ik voor nieuwe ketens van zorg. De inzet moet zijn: preventie, activatie en zorg op maat. Oudere mensen moeten zo lang mogelijk actief blijven in hun gemeenschap. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit leidt tot uitstel van een zorgvraag. De omgeving, familie, buren en huisarts moeten natuurlijk alert blijven op ‘niet pluis’-situaties. Welzijnswerkers en huishoudelijke hulpen kunnen dat niet meer: die hebben we massaal wegbezuinigd. Helaas.
Vraag verschuift
Door deze afbraak is het begin van de keten niet meer op orde en verschuift de vraag naar zorg snel van licht naar zwaar. Door afbraak aan de voorkant van de keten is de zorg onnodig duur gemaakt. Gemeenten die krachtens de Wmo voor deze zorg en ondersteuning verantwoordelijk zijn, sturen enkel en alleen op kostenbeheersing. Zo schuiven ze de vervolgvraag in de zorg door naar de verzekerde (wijkverpleging – zvw) of langdurige zorg (verpleegzorg – wlz). Dat is het paard achter de wagen spannen.
De start van de zorgketen is thuis: van ‘eenvoudige’ hulp bij het huishouden en tot aan de verpleegkundige aan huis. Gesteund door domotica en – veel belangrijker – naasten kunnen mensen heel lang zelfredzaam zijn. Pas als het dan echt niet meer gaat, moet er de intramurale zorg zijn. Dus investeer in zorg thuis!
Dus met elkaar staan we nu op een kruispunt: laten we toch de goede afslag nemen! Ook in de nasleep van de gemeenteraadverkiezingen. Want in gemeenten begint de keten van een zorgzaam Nederland.