In mijn tweede blog over de HIMSS, het grootste IT-gezondheidscongres ter wereld, mijmer ik even terug over de vele dingen die ik afgelopen week gezien heb en of het aan mijn verwachtingen heeft voldaan. Het antwoord is een volmondig JA.
Natuurlijk stonden daar plichtsmatig de enorme stands van EPD-leveranciers die allen de mooiste zijn. Maar daar kwam ik niet voor, alhoewel alle systemen volwassener zijn geworden en leveranciers dus zoeken naar meer manieren om zich te onderscheiden met nieuwe interfaces of functies. Big data-toepassingen zijn nog in een pril, maar soms wel functioneel stadium.
Maar alhoewel pril is het mij nu volstrekt duidelijk dat de toekomst van zorg in het gebruik van grote datahoeveelheden ligt. En dan heb ik het niet over wearables, maar in eerste instantie de gewone medische gegevens die decennia in papieren statussen gestaan hebben. Nu de status digitaal gegaan is, kunnen we een groot ‘data lake’ creëren, een enorme samenvoeging van gegevens die toegankelijk wordt voor intelligente applicaties. Volgens Eric Schmidt, voormalig CEO van Google/Alphabet, moet dit in de cloud. Dat gaat in Nederland nog wel een tijdje duren, vrees ik. Essentieel voor de ontwikkeling is dat de data dan wel (geanonimiseerd) universeel toegankelijk gemaakt worden, zodat artificiële en machine learning-technieken toegepast kunnen worden.
Open data
De game changer is volgens mij het gebruik van ongestructureerde en open data. Tot nu toe proberen we iedereen gestructureerd data te laten invoeren, wat natuurlijk goed is. De beperking ligt dat je ongeveer van te voren moet weten wat je wilt. Verschillende partijen zijn bezig om ongestructureerde data in gestructureerde data automatisch om te zetten. En bij IBM is, heet van de naald, Dr. Watson opgewaardeerd om deze rechtstreeks te analyseren met artificiële intelligentie. Voorheen was ik nooit zo onder de indruk van Dr. Watson, omdat alles eerst voorgekauwd moest worden, maar nu begint het wat te worden.
Intelligent koppelen van gestructureerde, ongestructureerde en open data creëert nieuwe mogelijkheden. Je kunt alle digitale statussen van de afgelopen jaren analyseren. Om bijvoorbeeld relaties te leggen van je eetpatroon en reactie op medicatie, medicatieverschillen te evalueren met ongeordende uitkomstresultaten uit het verleden en vergelijken in de toekomst zonder enorm wetenschappelijk protocol. Of bijvoorbeeld de invloed van het weer of je postcode op je chronische ziekte.
Analyse
Want big data artificiële intelligentie-analyse gaat natuurlijk komen. Er is een explosieve groei van data die mensen niet zullen kunnen verwerken. Dat zullen computers doen. Belangrijkste taak van ons, mensen, wordt dus om de juiste vragen te stellen en de antwoorden te toetsen op relevantie, gewenstheid en ethiek. En mensen blijven onmisbaar voor de duiding van de antwoorden op die vragen. Niet elk antwoord zullen we willen of uitvoeren.
De ICT-partijen en zorgorganisaties die hier maximaal gebruik van zullen maken bestaan waarschijnlijk nog niet eens. Op het moment dat data beschikbaar worden, kunnen kleine slimme partijen veel makkelijker op problemen ingaan en oplossen. Dat zag je bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van Uber op de HIMSS, nu nog in de kelder. In Amerika is patiëntenvervoer een groot probleem en een externe partij als Uber wil een deel van het lichte ziekenvervoer overnemen. Ter illustratie: ze doen nu al meer dan 200 duizend ritten per week in de zorg.
Patiënt centraal
Een grote teleurstelling was wel dat de techniek nog helemaal niet aansluit bij de maatschappelijke trends in de zorg, zoals patient empowerment, gedeelde besluitvorming en behandeling op maat. De patiënt stond zeker niet centraal bij de leveranciers, maar vooral de medische behandeling en organisaties. Patiënten worden nog gereduceerd tot hun ziekte, waarbij de beste behandeling voor ze gekozen wordt en logistiek binnen een organisatie geoptimaliseerd. Met minimale patiëntvoorlichting en educatie, meestal als pdf’s van folders. Dit is niet passend bij hetgeen we willen.
De enkele exposanten voor patiënteducatie, shared decision making-tools of een persoonlijke gezondheids omgeving (PGO), waren veroordeeld tot minimale stands in de kelder. En ook de American Medical Association, de Amerikaanse artsenorganisatie, had een stand van slechts een vierkante meter. Als lichtpuntje was er de introductie van Blue Button 2.0, uitvoermogelijkheid voor patiënten van de algemene medische gegevens, waarvan ik hoop dat het een beter leven beschoren is dan de eerste versie.
Populatiegebaseerde gezondheidszorg
Waar ik wel zeer enthousiast over werd is de trend naar populatiegebaseerde gezondheidszorg. De oplossing waarbij de data van verschillende bronnen vanuit de nulde tot tweede lijn gecombineerd werden om hiermee het hele proces te monitoren en te ondersteunen is echt waar we het komende decennium naar toe moeten werken. We moeten de patiënt zijn gezondheidsreis volgen, ondersteund door de zorg met specifieke applicaties en data en informatie, niet de patiënt overgooien van organisatie naar organisatie. De techniek is er of komt er aan. Maar 99 procent van de IT is nu nog rondom de zorgorganisatie georiënteerd, niet in het minst omdat dat de betalers zijn.
Er waren dus veel mooie en wat minder mooie ontwikkelingen te zien op de HIMSS. Nog steeds ben ik alle indrukken aan het verwerken. Dus waar ga ik nu het komende decennium over zeuren? Dat vertel ik in de laatste HIMSS-blog van dit drieluik.
Markus Oei
KNO-arts in het Flevoziekenhuis
Hoe ziet de routekaart naar digitale zorg er uit? Met deze vraag als rode draad wordt u op 23 maart 2018 tijdens de HIMSS Highlights bijgepraat over de HIMSS 2018.