Mijn vader van 92 wordt vergeetachtig. Zijn belastingaangifte doet hij niet meer zelf, want hij begrijpt niet wat hij leest. Misschien logisch voor iemand van zijn leeftijd, maar laatst herkende hij zelfs zijn oudste kleinzoon niet meer.
Langzaam, want ik wil het liever niet onder ogen zien, bekruipt mij het gevoel dat ook mijn vader dementerende is. Hij drijft letterlijk van zijn geest af. Het snijdt me door mijn ziel.
Niet zo lang geleden was hij nog glashelder. Hij las bijvoorbeeld elke dag zijn krant met plezier en kon daarover praten. Hij wordt somber, want hij realiseert zich nog wel degelijk wat er aan de hand is. En wordt stiller, soms bozig, weet niet meer waar hij is en slaat dan wartaal uit. Iedereen met familie en vrienden met dementie herkent deze symptomen. Welkom in de tussenwereld.
Gelukkig woont hij in een huis met particuliere, belevingsgerichte zorg met meer dan genoeg personeel. Er is gezelligheid in het huis waar mijn vader woont; het personeel zorgt niet alleen, maar heeft ook tijd om een praatje te maken, mijn vader mee te nemen naar de woonkamer voor een glas wijn bij een huiskamerconcertje.
Belevingsgerichte zorg
Ik zie dat de meeste reguliere verpleeghuizen het voorbeeld van de kleinschalige particuliere ouderenzorg volgen. Tegenwoordig wonen dementerenden daar ook in een kleinschalige setting met belevingsgerichte zorg. Er is een huiskamer met gemiddeld negen bewoners. Wel met vaak maar één verzorgende. In het beste geval wordt hij of zij ‘s ochtends en ’s avonds geassisteerd door een stagiaire of een collega. Dat is topsport.
Alle bewoners hebben individuele verzorging nodig: uit bed-wassen-aankleden-helpen bij eten, naar de wc en naar bed gaan. En dat de hele dag door voor negen oude en kwetsbare mensen. En vált er eigenlijk wel iets te beleven in een huiskamer met negen cliënten voor de televisie, waar de hele dag niets anders dan de Sound of Music op repeat staat?
Kortom, ik idealiseer de belevingsgerichte, kleinschalige ouderenzorg in de reguliere verpleeghuizen niet. Want dat beeld van een groepje onderuitgezakte ouderen voor een televisie, maakt mij niet vrolijk.
Zorg zonder haast
Dementie is een gegeven: één op de drie 85-plussers lijdt er aan. Wat is er voor nodig om het leven van deze mensen op te fleuren? En hun dat kortstondige gevoel van welbevinden te geven? Volgens mij is dat een dagprogramma waarin bewoners en verzorgers samen eten maken en eten, de krant lezen, buiten wandelen en een spelletje spelen.
En er lopen huisdieren, die geaaid en verzorgd kunnen worden. De meubels doen aan vroeger denken. Geen goed bedoelde moderne meubels met felle kleuren dus, maar van vertrouwd eiken; kleedje op tafel, ouderwetse schemerlamp. Het is een omgeving die gezelligheid uitstraalt en waar menselijke warmte en aandacht wordt gegeven.
Tot slot: oude mensen voelen zich gewoon veel gelukkiger als er voldoende, toegewijd en kundig vást personeel is dat een keer geen haast heeft. Het is verwarrend en beangstigend als er telkens nieuwe gezichten in de huiskamer zijn.
Maar is dit haalbaar? En kan betere kleinschalige ouderenzorg er ook zijn voor mensen met alleen maar een AOW-uitkering?
Ben Oude NijHuis
Ja, het kan wel en gelukkig zie ik steeds meer voorbeelden. Onlangs was ik in het Ben Oude NijHuis, kleinschalige ouderenzorg voor mensen met dementie in een voormalig klooster uit de jaren vijftig in Rotterdam.
Dit initiatief van Omroep Max is een van de recente financieringen die wij verstrekten voor menswaardige ouderenzorg. Dankzij Jan Slagter en een projectontwikkelaar die niet het onderste uit de kan wilde hebben en giften van Omroep Max-kijkers is het wel degelijk mogelijk om zo’n initiatief tot een goed einde te brengen. Want door het ontbreken van allerlei onnodige overhead en managementlagen, genieten de bewoners van meer personeel. Zo simpel is dat.
Hoe heerlijk zou het zijn als ook op andere plekken in Nederland zorgbehoevende ouderen met alleen maar AOW zo’n thuis zouden kunnen vinden?
Nelleke van Olst
Relatiemanager Zorg & Welzijn Triodos Bank