Hoewel veel artsen de meeste voldoening halen uit ‘werken met mensen’, moeten zij ook veel ‘werken met computers’.
De revalidatiearts vroeg mijn vader, een 60-er herstellende van een hersenbloeding, hoe het de afgelopen tijd was gegaan. Mijn vader is een praktische man, en iemand van weinig woorden. Het echte antwoord op deze vraag (namelijk: redelijk goed, fysiotherapie geeft goede resultaten, met mijn oog heb ik veel problemen gehad, en hiervoor kom ik wekelijks bij uw collega de oogarts, uitslagen van de scans heb ik nog niet gekregen) vatte hij samen: “Dat staat toch in uw computer?”
“Nee!”, schreeuwde ik in gedachten. Je hoort nu netjes je verhaal te doen, dan kan zij een beetje horen hoe je het erover hebt, welke emotie je hierbij toont… en hoeft ze niet dat ellenlange dossier door te spitten. “Tja,…” zei zij en ze boog zich richting haar scherm. Weg van mijn vader.
Even vreesde ik dat ze toe zou geven en, misschien gegeneerd door onvoldoende voorbereiding, zich zou verdiepen in zijn gegevens. Toen draaide ze zich weer terug: “maar vertelt u eens…”
Het meetbare
Als het aan mijn vader had gelegen hadden we het alleen over de feiten, het meetbare, gehad. Hij zou misschien een computer als arts ook acceptabel hebben gevonden en daardoor geholpen kunnen worden. Ik was blij dat ook hij een echte dokter trof, die ook hoorde wat hij niet zei.
Hoe lastig het ook is, iedere patiënt met zijn eigen hoop en verwachtingen is een oefening voor het vakmanschap van de arts. Met de weinige woorden die zij krijgt moet ze veel doen: de juiste klinische input krijgen, risico’s inschatten, bepalen welke rol de patiënt zelf in het proces wil en kan spelen. En een spraakzame patiënt is niet per definitie eenvoudiger…
Alleskunner
Hoewel veel artsen de meeste voldoening halen uit ‘werken met mensen’, moeten zij ook veel ‘werken met computers’. Behalve de consulten voorbereiden, notities maken, uitslagen controleren, orders plaatsen, accorderen, presentaties voorbereiden en zo voort, wordt ook verwacht dat ze hun vakliteratuur (veelal digitaal) bijhouden.
De arts van nu moet een alleskunner zijn. Het liefst: een communicatieve topper, op de hoogte van alle wetenschappelijke ontwikkelingen en blijvend vaardig met alle technieken binnen het vak. De computer is hierin een vriend en soms ook vijand.
Ja, hoe heerlijk is het om even een plaatje te googlen om iets uit te leggen of te vergelijken, maar hoe irritant is het wanneer je dat ene artikel niet (meer) kunt vinden… Hoe jammer is het dat veel artsen efficiënt een consult kunnen voeren, maar vervolgens tijd verliezen omdat ze niet blind kunnen typen…
Bloemetje
Vriend, en vaak vijand, terwijl de computer de slimme assistent voor de arts kan en zou moeten zijn. Met intuïtieve en betrouwbare programma’s waarmee ze kan wat zij wil. Maar ook meer, wat zij nu nog niet had bedacht… Zodat de energie en tijd in de patiënt kan worden gestoken en het vooral in het menselijke contact.
Dat willen we toch allemaal? Want ook patiënten als mijn vader waarderen een fijne echte dokter. Een die met weinig woorden, toch begrijpt wat hij bedoelt. Het bloemetje voor de goede zorgen: de computer had dat niet begrepen. De arts des te meer.
Wietske Woliner – Van der Weg
Technisch geneeskundige bij Brightingale