De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft weer een stapje gezet richting de verdere digitalisering in de zorg. Vanaf volgend jaar worden medisch specialistische e-consulten gelijkgesteld aan fysieke consulten. Bellen, screen-to-screen en mailen worden – onder voorwaarden – op dezelfde manier vergoed als face-to-face afspraken. Een logische stap die mogelijk ook de deur openzet voor een wat minder ouderwetse benadering van het (declarabele) begrip consult.
Langzamerhand komt er steeds meer e-health in de zorg. Uiteraard worden de e-consulten, zoals alles in de zorg, wel langs de meetlat van de declareerbaarheid gelegd. Dat betekent in dit geval dat aan een e-consult dezelfde format-eisen worden gesteld als aan een ‘gewoon’ consult: het moet even lang duren er moet een inhoudelijk verslag in het medisch dossier van de patiënt worden opgenomen.
Wat is een consult?
De vergoeding van alternatieve consulten roept wel de vraag op: wat is een consult? De kern is de informatie-uitwisseling tussen patiënt en behandelaar. Maar heb je daar wel elke keer de patiënt bij nodig? Als een internist of huisarts bijvoorbeeld op afstand de bloedglucosewaarden van een patiënt uitleest en analyseert, dan zou dat toch ook een declareerbaar consult moeten zijn.
Met de data uit het diabetesmanagementsysteem heeft de specialist veel meer waardevolle medische informatie over gesteldheid en verloop van de aandoening, dan bij een periodiek consult. Die gegevens kunnen dan aanleiding zijn om alsnog een (coach)gesprek of verder onderzoek te plannen. Zo’n gesprek wordt dan ook meteen een stuk relevanter voor de patiënt. Nu komt het nog geregeld voor dat patiënt en behandelaar twee keer per jaar tegenover elkaar zitten, alleen omdat dat nu eenmaal ingepland staat. Zo klampen we ons vast aan processen en procesindicatoren, zonder waardecreatie mee te wegen. Op die manier is ook het verbeteren van een bestaand proces een achterhoedegevecht, als je niet kijkt wat echt waarde toevoegt.
E-health is ook maar een middel
Iedereen ziet de logica en voordelen van dit soort digitalisering in de zorg. Maar ja, hoe krijg je in het huidige stelsel een mooie dbc voor doorlopend monitoren? Dat lijkt soms wel de belangrijkste vraag bij het digitaliseren en innoveren van de zorg. Hoe krijgen we al die nieuwigheid in het ouderwetse keurslijf?
De NZa gaat er in de ‘Wegwijzer bekostiging e-health’ ook van uit dat de zorg door e-health beter en betaalbaarder wordt. En zegt daarbij: “Bekostiging en regels mogen innovatie niet in de weg staan. We willen toe naar een bekostiging die e-health faciliteert en stimuleert.” Dat klinkt op zich goed, als we niet vergeten dat e-health ook maar een middel is en geen doel. Het doel zou uiteindelijk een op uitkomsten gebaseerde zorg moeten zijn, die vooral de toegevoegde waarde voor de patiënt faciliteert en stimuleert. Maar laten we onze zegeningen voorlopig tellen. Elk stapje op weg naar meer logica en innovatie in de zorg is er één.
Market Access Manager bij Roche Diabetes Care