Kent u die uitdrukking? ‘We hebben een partij met doorzettingsmacht nodig.’ De verzuchting ontstaat meestal in het ‘fuzzy front-end’ van ketensamenwerking. Het is de periode na het eerste begin, wanneer de verschillen tussen de netwerkpartners naar voren komen.
We zijn voortvarend van start gegaan, er is een golf van enthousiasme, iedereen is geïnspireerd en er worden vernieuwingen geagendeerd. Dit kan echt wat opleveren voor de cliënt, en het is nog goedkoper ook! Maar dan gaan collega’s uit de eigen organisatie vragen stellen over achterliggende doelen en welk belang onze organisatie er eigenlijk bij heeft.
Doorzetttingsmacht
Ineens blijkt dat verschillende partijen toch andere dingen (ook) belangrijk vinden. Aan oplossingen geen gebrek: sterker, iedereen weet de oplossing al lang. Alleen heeft iedereen een andere, en blijft die ook naar voren brengen. Het ging toch om de cliënt? We willen het toch anders doen? Waarom dan steeds die bezwaren naar voren brengen? Dat is doorgaans het moment dat iemand het roept: “we hebben iemand met doorzettingsmacht nodig, iemand die knopen door kan hakken”.
Je kunt erop wachten. De verzuchting is bekend en begrijpelijk. In lastige situaties hebben we ineens behoefte aan ‘leiderschap’, iemand die zegt wat er moet gebeuren zodat de samenwerking niet strandt in goede bedoelingen alleen. Het gesprek gaat vervolgens al snel over de ‘governance van de samenwerking’, en we willen graag duidelijkheid over ‘wie de regie’ heeft. Vervolgens tuigen we ‘arrangementen’ op met bevoegdheden en liefst een betaaltitel, zodat de nieuwe ‘regisseur’ ook daadwerkelijk kan ‘regisseren’.
Institutionalisering werkt niet
Uit onderzoek en ervaring weten we evenwel dat deze institutionalisering van de regierol niet werkt: op het moment dat er een partij additionele verantwoordelijkheden en bevoegdheden neemt of krijgt, verdwijnen eigenaarschap en verantwoordelijkheidsgevoel bij de anderen. En daarmee de gedeelde verantwoordelijkheid voor een zinvol maatschappelijk doel: burgers met kwaliteit van leven en betaalbare vormen van ondersteuning en zorg.
De nieuwe regisseur wordt vervolgens al snel een nieuwe speler in het spel van de ketensamenwerking, met een eigen positie in het veld, die op zijn beurt vindt dat hij bij van alles betrokken moet worden. Waarna we op zoek gaan naar nieuwe integratiemechanismen: hebben we de regierol wel goed belegd? Ziet u de parallel met de huisartsengroepen, stichtingen voor transmurale samenwerking en sociale wijkteams?
Mobiliseren
Zo moet het dus niet. Een effectieve regisseur mobiliseert relevante partijen juist om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor een zinvolle maatschappelijke uitkomst. Als ergens in de keten van activiteiten een knelpunt ontstaat is dat niet alleen een probleem van die schakel maar van alle partijen: daardoor halen we samen de beoogde resultaten immers niet.
Bovendien is de kans groot dat de oplossing ook elders in het netwerk voorhanden is. Juist de soms zo versmade verschillen tussen de partijen in het netwerk zorgen er voor dat er veel meer mogelijke oplossingen voorhanden zijn, dan afzonderlijke organisaties kunnen genereren. Maar daarover in de volgende blog.
Academic Director Ketenregie in de Zorg bij Erasmus Academie
In deze reeks verscheen eerder: Samenwerken, kunnen we het eigenlijk wel?