Hoe kan het dat hoofdlijnenakkoorden volgens het regeerakkoord 1,9 miljard structureel besparen en volgens het CPB maar 0,9 miljard? Waar komt dat miljard verschil vandaan? Heeft de coalitie zomaar een bedrag ingeboekt dat per definitie onhaalbaar is? Nee.
In een CPB-notitie van 2016 staat te lezen dat het CPB een maximale korting van 1 procent kan ‘honoreren’ ten opzichte van de voorziene zorgkostengroei. Waarom? “Hoe groter de door het kabinet gewenste korting, hoe kleiner de kans dat de betrokken partijen tot een hoofdlijnakkoord komen of dat een mbi (macrobeheersinstrument, red.) als stok achter de deur standhoudt voor de rechter”, zo luidde destijds de toelichting van het CPB.
Bovendien: hoofdlijnenakkoorden die verder gaan dan de raming, zullen of de aanspraken van patiënten moeten beperken, of maatregelen bevatten om de doelmatigheid te verbeteren.
Handtekeningen
Navraag bij het CPB leert het volgende. Bij een hogere besparing zoals opgenomen in het regeerakkoord, “zal het CPB het effect van het onderhandelingsresultaat op de zorguitgaven op dat moment beoordelen, mede op basis van de extra waarborgen die worden ingebouwd voor het bereiken van deze hogere besparing”. Als dus handtekeningen staan onder de door de coalitie gewenste akkoorden en daarin afspraken hoe de besparing te bereiken, kan het CPB er iets mee.
Achteraf dus, zoals ook de Technische werkgroep Beheersinstrumentarium Zorguitgaven, een groep van topambtenaren, dit voorjaar vaststelde in een dik rapport: “Nadat een volgend kabinet daadwerkelijk akkoorden conform de voorstellen van de [Technische werkgroep] met een opbrengst van 2,2 miljard heeft gesloten, kan het CPB ex post de additionele opbrengst van € 1 mld beoordelen.”
Dat het CPB de ombuiging niet vooraf kan beoordelen, maakt ook dat het Nederlandse houdbaarheidstekort negatiever wordt ingeschat dan hoe het kan uitpakken als de coalitie slaagt in het behalen van die ombuiging van 1,9 miljard.
Grote ombuiging is mogelijk
Diverse media melden dat het CPB in de analyse van het regeerakkoord kritisch is op de voornemens. Dit op basis van de zinsnede “voor deze ombuigingen geldt dat lagere zorguitgaven leiden tot minder zorg of lagere kwaliteit van zorg”. Of dat een kritische zinsnede is of niet, is niet primair relevant. Het is eerst en vooral een logische gevolgtrekking: als je strakkere budgetteringsafspraken maakt zónder nadere afspraken over het hoe, is de kans inderdaad vrij groot dat de ombuiging gehaald wordt uit of minder zorg of uit een lagere kwaliteit.
In de notitie van augustus 2016 stelde het CPB daarover: “Omdat een korting op zichzelf niet de doelmatigheid in de zorg verbetert, leidt dit tot minder zorg en / of kwaliteitsverlies”. Dat is dan ook waarop het CPB teruggrijpt in de analyse van het regeerakkoord. En wil de coalitie méér ombuigen? Dat is mogelijk volgens het CPB. “Een verbetering van de doelmatigheid in de zorg is mogelijk als partijen erin slagen hierop gerichte afspraken te maken, bijvoorbeeld in het kader van een hoofdlijnenakkoord. Hierdoor kan de besparing in de Zvw verder toenemen.”
De Technische werkgroep Beheersinstrumentarium Zorguitgaven heeft het hoe van steviger hoofdlijnenakkoorden al uitgetekend, langs drie lijnen: gepast gebruik, zorg op de juiste plek, en eenvoud en samenhang. Volgens de werkgroep is een extra ombuiging van 1 miljard mogelijk “door afspraken te maken over het verplaatsen van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn en thuis, en over specialisatie van hoogcomplexe zorg”.
Eenvoudig zal het allemaal niet zijn. Maar die extra ombuiging van het regeerakkoord is meer dan een slag in de lucht.
Axon Healthcare