155 miljoen! Dat klinkt als serieus veel geld. Volgens minister Schippers hebben we dat bedrag de afgelopen twee jaar bespaard door met de farma-industrie te onderhandelen over 24 nieuwe medicijnen. Van 620 miljoen voor slechts (?) 465 miljoen!
Goeie deal, zou je zeggen. En knap werk van de minister, onder wier bewind de toegankelijkheid van medicijnen een groot maatschappelijk issue werd. Nederland maakte voor het eerst mee dat een innovatief en effectief medicijn niet werd opgenomen in het basisvergoedingenpakket. Want te duur.
En het kan dus voor minder, dat blijkt. Maar is het ook inderdaad een goede deal? Moeilijk te beoordelen, want wat weten we er werkelijk van? Veel te weinig. In ieder geval vraag ik mij af of er aan de onderhandelingstafel sprake was van evenwichtige machtsverhoudingen. Ik waag het te betwijfelen.
Fair deal of fancy bargain?
Die twijfel wordt gevoed door verhalen zoals die verschenen in het gezaghebbende Journal of the American Medical Association (JAMA), een paar dagen voor de uitspraken van Schippers in het FD. De vermaarde editor Merill Goozner constateert op basis van een goed onderbouwde review dat de prijzen die door de industrie worden voorgelegd geen relatie hebben met de kosten van R&D.
In dezelfde editie van JAMA berekenen twee oncologen dat kankergeneesmiddelen bijna tien keer zoveel aan omzet opleveren als dat ze kosten aan Research en Development. De auteurs presenteren de rekensom met een slag om de arm, want helaas was de farma-industrie niet echt genegen hun relevante informatie te delen.
Wat zegt het allemaal over die 155 miljoen? Fair deal of fancy bargain? Als we de toegankelijkheid van medicijnen veilig willen stellen via de publiek-private onderhandelingstafel, dan vereist dat stakeholders die tegen elkaar zijn opgewassen. Daar ligt met name voor de publieke partijen in dit vraag en aanbodspel een enorme uitdaging. De uitdaging om zich de complexe materie eigen te maken en een sterke, maatschappelijk en politiek gedragen, uitgangspositie op te bouwen.
Dat geldt voor de nieuwe minister, het geldt voor Wouter Bos met zijn (inkoop)alliantie, het geldt ook voor de zorgverzekeraars. Het optreden van de voorzitter van de raad van bestuur van VGZ in een recent video-interview, geeft mij eerlijk gezegd niet direct het vertrouwen dat men zich daarvan bewust is.
Transparantie
Van een industrie die integer wil onderhandelen zou je mogen verwachten dat men wil bijdragen aan een level playing field. Eerste voorwaarde daarvoor is transparantie. Open kaart! Gelukkig zien we ook hier beweging. Zo pleitte recent de general manager van Novo Nordisk Nederland in zijn Skipr-blog voor een meer open en maatschappelijk betrokken houding van farma-bedrijven. Als ex-farmacollega weet ik dat zijn invloed beperkt is omdat dit issues zijn waarover op de internationale hoofdkantoren wordt besloten. Maar het is niettemin een belangrijk geluid.
Toevallig wel (of niet?) van een bedrijf dat niet is aangesloten bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Daar lijkt men de voorkeur te geven aan meedenken en meepraten. Van constructief en concreet meebewegen, richting nieuwe modellen, nieuwe vormen van samenwerken, coöperatief onderhandelen, zien we helaas weinig.
Systeem openbreken
Hoe dan ook kan de toegankelijkheid van nieuwe middelen, een in de wet verankerd recht, niet alleen een zaak van de onderhandelingstafel zijn. Die optie houdt ons gevangen in het systeem. De samenleving vraagt om oplossingen die fair en duurzaam zijn, waarbij niet de prijs maar de patiënt voorop staat. Sinds de ‘nivolumab-shock’ heeft KWF zich ingezet voor deze duurzaamheidsagenda met analyses, adviezen ideeën. We hebben de degens gekruist met minister Schippers maar ook de samenwerking gevonden.
Eind 2016 mochten wij haar het rapport ‘Zo kan het ook!’ aanbieden, met concrete oplossingsrichtingen van achttien stakeholders om het systeem open te breken en toegankelijker en betaalbaarder te maken. Ook dit jaar zijn we onverminderd actief. Ook internationaal, mede dankzij de minister die het onderwerp stevig op de Europese agenda heeft gezet.
Patiënt
Op dit moment bereiden we als voorzitter van de Europese Taskforce van de European Cancer Leagues een summit voor die eind september in Kopenhagen moet plaatsvinden. De ECL, met inmiddels 14 aangesloten landen, zet zich o.a. in voor de Equal Acces to Cancer Medicines. In Kopenhagen staat de vraag centraal hoe we dit kunnen vertalen naar concrete acties. Het mobiliseren van de patiënt zal een belangrijk aandachtspunt zijn.
Als voorbereiding heeft KWF deze maand een reader opgeleverd met concrete ideeën voor oplossingen. Ook initiatieven van partijen om tot duurzame oplossingen te komen worden over het voetlicht gebracht. Vijf essentiële componenten worden toegelicht en uitgewerkt: intellectuele eigendomsrechten en licenties, financiering, markttoelating en zorgregistraties, prijsonderhandeling en (zeer belangrijk!) betrokkenheid patiënten.
De reader is al ingezet bij de eerste Masterclass voor parlementariërs. Misschien was de toekomstige minister van VWS daar wel bij aanwezig. Geen idee. Zo niet, dan bieden wij hem of haar bij deze graag een Masterclass aan! Niet als PR stunt maar, in alle oprechtheid gezegd, omdat dit dossier prioriteit verdient – omdat het raakt aan de wortel van ons solidaire stelsel.
Algemeen directeur KWF Kankerbestrijding