De huisartsenzorg blijft zich volop roeren. Doorlopend worden overal in Nederland discussies gevoerd over de organisatie van de huisartsen- en eerstelijnszorg. Een fusie tussen zorggroep en huisartsenpost, een huisartsengroep die zich beraadt over de toekomst van de zorggroep en de positionering van gezondheidscentra/GEZ-verbanden ten opzichte van de zorggroep.
Het overheidsbeleid doet er ook nog eens een schepje bovenop met een nieuwe o&i: de bekostiging van de ondersteuning en infrastructuur. Hierin worden geen aparte organisatievormen meer onderscheiden, maar wordt de focus gelegd op praktijk-, wijk-, zorg- en regiomanagement. Hoe moet de huisartsenzorg zich nu organiseren? In deze bijdrage wil ik graag de huisartsen enige ingrediënten meegeven met als doel hen te helpen met de ontwikkeling van een duidelijke visie op de toekomst.
Flexibel en responsief
De ingrediënten laten zich samenvatten als flexibel en responsief. Flexibiliteit is nodig om in te kunnen spelen op de ontwikkelingen in de eigen praktijkpopulaties. Een responsieve houding is onontbeerlijk ten aanzien van de brandhaarden in de regio. Een voorbeeld daarvan is de acute ouderenzorg in vele regio’s; de organisatie moet daar kwalitatief en snel op in kunnen spelen. In andere gebieden is de opvolgingsvraag nijpend. Dan slechts kunnen aanvoeren “dat je alleen maar van de ketenzorg of de ANW-zorg bent”, is een zwaktebod. En een gemiste kans. Professionals en overige medewerkers dienen zich flexibel op te stellen. Tevens moet het beleid flexibel zijn. Het is voor de huisartsen momenteel onduidelijk welke organisatie wat doet. Ik kom situaties tegen waarin alle verschillende huisarts- en eerstelijnsorganisaties elk een eigen een ouderenzorgprogramma ontwikkelen. Inefficiënt. En duur. En onnodig.
Voor de organisatie van de huisartsenzorg is daarom een adequate governance nodig, die mee moet kunnen bewegen met de noden van de professionals en de praktijkpopulaties. Een nieuw ingerichte, daartoe volledig geëquipeerde governance-structuur is onontkoombaar. Een governance-structuur voldoet aan de criteria van ‘goed bestuur’ én waarborgt de betrokkenheid van professionals.
Data-infrastructuur
Voor de ondersteuning van de huisarts is een gedegen data-infrastructuur noodzakelijk, nu de verandering naar populatiegerichtere aanpak (als gevolg van de veranderingen in de epidemiologie in de populatie) ondersteund wordt door informatie opgeslagen in de huisartsinformatiesystemen. Goed datamanagement is min of meer een vereiste om te voorkomen dat elke praktijk zelf het wiel gaat uitvinden rond zaken als risicostratificatie en uitkomstindicatoren.
Dit vraagt dus niet om 4 afzonderlijke organisaties in dezelfde regio; maar om 1 robuuste organisatie per regio. Eén organisatie die zowel de populatiegerichte zorg, 24 uur per dag, 7 dagen in de week ondersteunt en die flexibel kan reageren op de noden in de eigen regio. Dat betekent dat verschillende organisatiestructuren moeten worden samengevoegd, inclusief de Regionale Ondersteunings Structuur.
Regionaal
Als je even verder denkt, kom je uit op een regionaal shared service center waarin diverse functionele ondersteuning is samengebracht (informatiemanagement, HRM, ANW-logistiek etc). Dit service center dient ook als aanspreekpunt voor de andere regionale organisaties (ziekenhuis, VVT, gemeenten). Binnen dit centrum bestaan wijkgerichte hubs waarin de huisartsen het eigen lokale beleid maken dat maximaal vanuit het service center functioneel wordt ondersteund. De bestaande GEZ-verbanden worden hier in ondergebracht. Op praktijkniveau kan dan praktijkmanagement vanuit de regionale shared service center worden ingezet.
Zo voorkom je versnippering en waarborg je efficiëntie en betrokkenheid. Creëer je minder bestuurlijke drukte. Alle financiële stromen voor de ondersteuning worden samengebracht in 1 organisatie. Ik doe dus een appèl op alle bestaande bestuurders en leiders van de verschillende organisatieverbanden om over hun eigen schaduw heen te stappen en over te gaan tot één ondersteuningsstructuur voor de populatie van de huisartspraktijken.