Nu de kabinetsformatie stokt blijkt eens te meer dat politiek en geneeskunde tot op het bot met elkaar verweven zijn. De wens om vrijwillig je leven te kunnen beëindigen wordt niet door iedereen gedeeld. Het is niet alleen een ethische en politieke kwestie, maar juist ook een geneeskundige kwestie.
Het medisch bedrijf is ingericht op overleving en haar functioneren wordt afgemeten aan een toenemende levensverwachting. Het is waarschijnlijk dat dit streven de roep voor een vrijwillig levenseinde voedt, omdat de geneeskunde niet levert wat mensen willen wanneer het einde in zicht is.
Die tegenstelling is niet nieuw. In 1976 opent Ivan Illich zijn boek ‘Grenzen aan de geneeskunde’ en betoogt dat het medisch bedrijf een bedreiging is geworden voor onze gezondheid. Zijn stelling is dat pijn, ziekte en dood bovenal technocratisch worden aangepakt. In ons eigen onderzoek drukken oudere mensen het nog scherper uit, sommigen voelen zich in het ziekenhuis ‘mishandeld’, waarbij zij haarfijn aangeven dat het niet de individuele professional is die aan de schandpaal genageld moet worden.
Geen wonder dat velen, met de value-based-health-care van Porter in de hand het tij proberen te keren door de kwaliteit van zorg boven de kwantiteit van de medische handelingen te prioriteren.
Geschiedenissen
Mijn oma heb ik herhaaldelijk moeten steunen om er bij de huisarts op aan te dringen dat zij in haar eigen bed zou willen overlijden. Zelf heb ik kunnen vermijden dat mijn vader in zijn laatste levensjaar werd opgenomen in het ziekenhuis. Een collega vertelt mij dat hij zich grote moeite heeft moeten troosten om een acuut gestarte behandeling te stoppen omdat voor zijn vader het overlijden de enige gewenste uitkomst was. Onlangs is mijn 75-jarige vriendin tegen haar eigen overtuiging in overgehaald om met chemotherapie te beginnen om er na de eerste kuur, kaal en lamlendig weer mee op te houden.
Deze ziektegeschiedenissen gaan verder dan het staken van zinloos medisch handelen. Het gaat er om of wij voldoende luisteren naar wat patiënten zelf te zeggen hebben, en, of wij hen een centrale positie gunnen in het besluitvormingsproces zoals wij dat graag voor ons zelf zouden zien. Blijkbaar is dat vertrouwen beschaamd en de reden dat mijn oudere vrienden bang zijn om uiteindelijk de regie te verliezen. Dat is waarom velen menen dat er een pil van Drion in het nachtkastje moet liggen. Dat je zelf moet kunnen uitstappen wanneer je er door de omstandigheden toe gedwongen zou zijn.
De Denen
Laat dat laatste nou net dé reden zijn waarom Denen na ampele overwegingen hebben besloten om géén euthanasie wetgeving in te voeren.
Ziekte en kwaliteit van leven hebben sowieso weinig met elkaar van doen. Statistieken laten zien dat wanneer op hoge leeftijd de gebreken komen, de tevredenheid met het leven stijgt. Gebreken staan wel in de weg om een leven te kunnen leiden dat voor ouderen zelf van waarde is. Daarom is sinds 2015 in Denemarken bij wet vastgelegd dat een hulpvraag moet leiden tot een geïntegreerd zorgaanbod waardoor mensen weer in staat kunnen worden gesteld om hun eigen waarden en doelen na te jagen.
Hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen