Geïntegreerde zorg bieden is mogelijk, zo laten buitenlandse voorbeelden zien. Ons eigen zorgstelsel moet daarvoor wel getransformeerd worden.
In de voorgaande blogs ‘Geen nieuw stelsel, maar een ander stelsel’ en ‘Focus op kosten beknot ambitie zorg’ zagen we het volgende. De zorgkosten in Nederland zijn nog steeds niet onder controle. Door een strak budgetteringsbeleid zijn de kostenstijgingen minder geworden, maar we betalen er een prijs voor en tot echte transformatie van de zorg zelf heeft het niet geleid.
Hoe hard zo’n transformatie nodig is, bleek uit onze schets van vier grote mankementen in het functioneren van ons zorgstelsel. Die mankementen zijn:
– werken vanuit silo’s: zowel in de organisatie als in de financiering van zorg;
– rigiditeit in marktwerking: gebrek aan samenwerking, ook als dit gezien de omvang van een regiopopulatie logischer is dan onderling concurreren;
– focus op financiële sturing: teveel aandacht voor de alleen kosten, en niet voor (transformatie van) de organisatie van de zorg zelf;
– niet benutten van zeeën aan data: vrijwel iedere sector gebruikt data voor het optimaliseren van de dienstverlening, maar de zorg blijft nog ver achter.
Dat echte transformatie wel degelijk kan, zien we in andere landen. Wij toonden al het voorbeeld van de HMO Clalit in Israël. Daar lukt het om geïntegreerde zorg te bieden, met veel aandacht voor preventie, tegen relatief lage kosten en met goede uitkomsten.
Clalit is zeker niet het enige buitenlandse voorbeeld waar we veel van kunnen leren. Ondanks allerlei verschillen hebben die succesvolle organisaties en netwerken vijf belangrijke dingen gemeen.
1. Allemaal werken ze over traditionele grenzen heen. Huisartsen, specialisten, aanbieders van ouderenzorg, en nog anderen: zij aan zij werken ze rondom de patiënt, en voegen hiermee maximale waarde toe. Concurrentie is er alleen met partijen buiten het netwerk, daarbinnen ligt de focus juist op samenwerking. Dit laatste vormt een stimulans om de beste oplossing voor de patiënt te vinden, binnen een breder kader dan alleen de muren van de eigen organisatie.
2. Deze (netwerken van) organisaties hebben één centrale werkwijze, met een hoge mate van standaardisatie. Zo gebruiken alle deelnemers dezelfde protocollen en zijn er afspraken over de communicatie. Het adopteren van deze centrale werkwijze is een voorwaarde voor deelname in het netwerk. In andere sectoren, zoals de luchtvaart, is dit al langer gebruikelijk.
3. Deelnemers in de organisaties en netwerken worden maximaal digitaal ondersteund. Bij het volgen en monitoren van patiënten, wat intussen al redelijk traditioneel is. Maar ook in combinatie met nieuwere technieken, zoals beslisondersteuning en zorg op afstand. Digitale koppeling is onmisbaar in het optimaal helpen van de patiënt.
4. Registratie is geen ‘noodzakelijk’ kwaad, maar levert data op die gebruikt wordt als belangrijk middel voor continue verbetering. Bij deze organisaties wordt niet geregistreerd ‘omdat het moet’, maar om zelf zo goed mogelijk inzicht te hebben in de eigen organisatie en de geleverde zorg.
5. En tot slot is de bekostiging steeds passend bij wat de organisatie wil bereiken. De belangen van aanbieder en betaler zijn zoveel mogelijk met elkaar in lijn gebracht. Bij een HMO, een combinatie immers van aanbieder en verzekeraar, zoals Clalit in Israël, is dit vanzelf al zo. Maar ook minder vergaande oplossingen zijn mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan het contracteren van coöperaties van aanbieders, met nadruk op kwaliteitsafspraken.
De hoofdlijn van onze stelselwetgeving staat het navolgen van deze voorbeelden niet in de weg. (Wel kan op onderdelen worden bekeken waar samenwerking nog beter kan worden gestimuleerd.) Wij dagen daarom zorgaanbieders en zorgverzekeraars uit om gezamenlijk de handschoen op te pakken en aan de slag te gaan met het rondom patiënten organiseren van de zorg. Liefst regionaal, zodat echt sprake is van samenhang. Met de vijf bovenstaande punten als leidraad kan veel bereikt worden, zonder dat hiervoor een complete stelselwijziging nodig is.
In onze publicaties beschreven we al eerder hoe zorg georganiseerd kan worden rondom de patiënt. Nu de politieke kaarten opnieuw geschud zijn, kan een nieuw kabinet de weg vrij maken voor het verder verbeteren van de kwaliteit van zorg en tegelijk dempen van de kosten.
Manager bij KPMG Plexus