De zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) kan beter: minder focus op diagnose en ziekte en meer focus op eigen kracht en persoonlijke doelstellingen. Patiëntenverenigingen, zorgaanbieders, gemeenten en zorgverzekeraars zijn het hier van harte over eens. Ook in veel regio’s zien we deze wens terug.
Maar samen concrete stappen zetten, gaat moeizaam. Aanzetten tot regionale samenwerking stranden door verschillen in visie en door tegengestelde belangen. Het is de hoogste tijd om deze ‘dovendialoog’ te beslechten. Dit kan in drie stappen:
1. Creëer inzicht van binnenuit
2. Concretiseer de toekomstvisie
3. Samen DOEN
Inzicht van binnenuit
KPMG Plexus bracht in elf regio’s de EPA-doelgroep in kaart, met een studie die inzicht geeft in de belangrijkste subdoelgroepen (‘vignetten’). We keken naar de omvang van de populatie, naar de betrokkenheid van verschillende stakeholders en naar de kosten van de geleverde zorg.
Ieder model heeft beperkingen; onze vignettenstudie neemt de kosten van somatische zorg niet mee en gebruikt historische data. Toch voorziet de studie in een dringende behoefte: we creëren een tastbaar en gedeeld beeld van de regionale situatie, en leggen hiermee de basis voor de volgende stap: een gedeeld beeld voor de toekomst.
Concrete toekomstvisie
Die volgende stap blijkt in de praktijk niet eenvoudig. Het formuleren van een regionale toekomstvisie strandt gemakkelijk in platitudes, zoals ‘optimale samenwerking’ of ‘vernieuwende behandelmethoden’. Start daarom zo concreet mogelijk: bij het gecreëerde gedeelde inzicht. Heb begrip voor elkaars context. En stel elkaar vragen. Alleen dan ontstaat een beeld dat dieper gaat dan wensdenken.
Spreek af wat goede zorg inhoudt, per subdoelgroep. Wat hebben deze patiënten nodig, en welke regionale partijen zijn hiervoor aan zet? Zonder dit concrete perspectief blijft elke partij vanuit het eigen blikveld denken.
Bepaal welke bewegingen op regionaal niveau de komende vijf jaar wenselijk zijn. Denk na over de richting én de omvang van die bewegingen, zodat knelpunten helder worden – een tekort aan betaalbare woningen, bijvoorbeeld.
Wij zagen in alle elf regio’s vier belangrijke bewegingen en afhankelijkheden:
– het ambulantiseren van mensen met EPA uit bestaande klinieken vraagt om méér beschermd wonen en méér ambulante behandeling en begeleiding;
– het verzelfstandigen van mensen met EPA die beschermd wonen, vraagt om méér begeleid zelfstandig wonen en méér voorzieningen in de eerste lijn;
– het vergroten van de groep (begeleid) zelfstandig wonenden, vraagt om (tijdelijk) méér capaciteit voor kortdurende (crisis)opnames;
– het voorkomen en verkorten van tijdelijke opnames lukt alleen met voldoende zorgverlening thuis die soepel kan worden op- en afgeschaald.
Samen DOEN
Gedeeld inzicht en een gezamenlijke toekomstvisie vormen nog geen garantie voor succes. Rondom de EPA-doelgroep komen verschillende bekostigingsstromen samen, het is daarom zaak dat de financiële implicaties van de toekomstvisie transparant worden.
Ook als – overall bezien – meer kwaliteit en minder kosten mogelijk blijken, kunnen individuele partijen op de korte termijn financieel nadeel ondervinden. Dit kan het inzetten van de beweging bemoeilijken. Het zoeken is daarom naar een scenario met duidelijke meerwaarde voor mensen met EPA én met financiële implicaties die voor alle stakeholders op hoofdlijnen realistisch zijn.
Niet altijd is het nodig dat alles helemaal anders wordt, kracht bijzetten aan bestaande initiatieven kan ook veel opleveren. Wat telt, is volharding: koers houden en kleine stappen blijven zetten.
Tot slot
Verandering is mogelijk indien noodzaak, visie én veranderkracht worden gecombineerd met een concrete eerste stap. In onze dagelijkse adviespraktijk zien we hoe lastig en tijdrovend het is om die stap op regionaal niveau te zetten. We pretenderen niet dat bovengenoemd stappenplan het complexe vraagstuk van optimale EPA-zorg in één keer oplost. Maar het biedt houvast om de dialogue of the deaf te overstijgen, als belangrijke eerste aanzet naar betere regionale zorg voor een kwetsbare doelgroep.
Luc Starmans en Marieke van de Kerkhof
Senior adviseur en manager KPMG Plexus