Je hoeft maar te google-en op ‘Hoeveel innovaties..’ en Google geeft zelf al de suggestie ‘Hoeveel innovaties mislukken’. De boodschap is duidelijk; er is veel onderzoek gedaan naar dit onderwerp en er wordt veel over gezegd en geschreven.
Waar hebben we het dan over? Jaarlijks worden in de wereld 21 duizend nieuwe producten en diensten gelanceerd. Door de IXP Marketing Group wordt geschat dat van alle nieuwe merken ongeveer 50 procent mislukt en dat van alle individuele producten en diensten zelfs 75 procent mislukt. Dat is gigantisch!
Wat moeten we doen om bij de 25 procent happy few te komen? Het blijkt dat de belangrijkste succesfactoren te maken hebben met de eigenschappen van:
1. Het nieuwe product; Het relatieve voordeel van het nieuwe product of dienst is de belangrijkste succesfactor.
2. De organisatie; Innovaties moeten aansluiten bij organisatiedoelstellingen.
3. Het innovatieproces; Het is belangrijk dat er een expliciet proces is (dus een stappenplan) en dat dit proces beheerd wordt.
4. De markt; Uiteindelijk beslist de markt over het succes. Hoe groter het marktpotentieel en hoe beter de organisatie dit vroegtijdig kan inschatten, des te succesvoller is de innovatie.
Er wordt in deze theorie gesteld dat het succes van een innovatieproject voor een groot deel bepaald wordt door factoren waar de organisatie zelf invloed op heeft. Aha.. en hier wordt het nu echt interessant. Want hoewel deze stelling wellicht wel van toepassing is op het private domein, ligt dit in de zorg toch net even anders.
Andere krachten
Binnen de wondere wereld van zorginnovatie, spelen andere krachten. Innoveren in de zorg = samenwerking; dat is de conclusie van 7 jaar inzichten en ervaringen opdoen binnen de innovatieprojecten die in opdracht van het Ministerie van VWS zijn gesubsidieerd. Samenwerken met alle stakeholders die de innovatie betreft.
In de praktijk betekent dit dat elke stakeholder andere waarden en belangen heeft. Terugkomend op de eerste twee succesfactoren geeft dit al gelijk een uitdaging; de mate van succes van de innovatie wordt hiermee niet meer alleen bepaald door factoren waar de organisatie zelf invloed op heeft.
Samenwerken, dat spreekt toch vanzelf? Inderdaad, niemand is er tégen; samenwerking loopt als een rode draad door elk innovatieproces in de zorg. Maar hoe je effectief samenwerkt rond zorginnovatie is minder vanzelfsprekend. Het heeft onder meer te maken met de complexiteit van samenwerking in de zorg.
Zorgvernieuwers hebben niet alleen te maken met bestuurders en professionals van zorgorganisaties, maar ook met zorgverzekeraars, overheden en de politiek. Samenwerken moet je daarom goed organiseren. Een duidelijke governance is nodig. Over de derde succesfactor zijn we het gelukkig eens, maar makkelijk is het niet.
Dan blijft de laatste succesfactor nog over; Hoe groter het marktpotentieel en hoe beter de organisatie dit vroegtijdig kan inschatten, des te succesvoller is de innovatie. Eén van de factoren die innovatie in de zorg zo ingewikkeld maakt is het feit dat de baten vaak niet vallen bij de partijen die hierin investeren.
Een voorbeeld; door meer in te zetten op preventie van ziekte, zullen de zorgkosten in de tweede lijn verminderen. Dit betekent dus dat ‘het marktpotentieel’ voor de investeerder er soms helemaal niet zo florissant uitziet, omdat hij de vruchten er niet van kan plukken. Daarnaast is het vaak erg ingewikkeld om de daadwerkelijke kostenbesparing in cijfers hard te maken en ‘uit te betalen’. En dus is het vroegtijdig inschatting van het marktpotentieel een uitdaging.
Meerwaarde
Alles bij elkaar lijkt het haast onmogelijk om tot succesvolle innovaties in de zorg te komen. En dat terwijl innovatie gezien wordt als een belangrijk middel om in de komende decennia de zorgkosten beheersbaar te houden en de zorg te verbeteren. Het goede nieuws is dat we nu wel een ontwikkelmethodiek hebben waaraan een succesvolle innovatie dient te voldoen;
• De innovatie dient een toegevoegde waarde te hebben voor én aan te sluiten bij de doelstellingen van alle individuele stakeholders;
• Er dient een effectieve samenwerkingsvorm te worden afgesproken met meerwaarde voor alle betrokkenen en een duidelijk governance model;
• Er moet worden nagedacht over de (maatschappelijke) business case en een daarbij passend financieel model, bijvoorbeeld door middel van ‘shared savings’ of een ‘health impact bond’.
Ondanks de ontwikkelmethodiek ontbreekt het in mijn ogen in deze theorie nog aan één zeer belangrijk aspect; het gedrag van mensen. Niet alleen de ‘blauwe’ aspecten zoals hierboven beschreven, moeten op orde zijn, maar om te innoveren met impact is meer nodig. Een zorgvernieuwer moet serieus kunnen spelen met inspiratie, reflectie, relaties en realisatie.
In alle gevallen vraagt innoveren om creativiteit, inzicht en ondernemerschap met lef. In mijn ogen zijn dat zaken die nu nog onvoldoende aandacht krijgen, terwijl dit aangeleerd en ondersteund kan worden. Door opleiding of training kunnen wij zorgvernieuwers in staat stellen om met enige navigatie of bewegwijzering de nieuwe paden van zorginnovatie te betreden. Hiermee creëren we een klimaat waarin je mag vallen, hiervan leert en gezamenlijk weer opstaat om voorbij de loterij van succesvolle zorginnovatie te komen.
Wat vindt u? Ik vind het leuk om uw reactie te horen, dus laat gerust een berichtje achter.
Pasquelle van Ruiten
Health Innovator bij Vital Innovators