Wanneer we het hebben over administratieve lasten, wijzen alle vingers naar zorgverzekeraars en zorgkantoren. Onlangs klonk er op Skipr eindelijk een ander geluid. Martin van Rijn legde de vinger op de zere plek, namelijk de rol die gemeenten hebben in de verzwaring van de administratieve lasten. En dat werd hoog tijd!
Persoonlijk loop ik bij veel zorgaanbieders rond en spreek veel professionals. De aanbieders die te maken hebben met de Wmo en de Jeugdwet vertellen allemaal hetzelfde verhaal: wat een administratieve draak er is ontstaan door de wijze van uitvoering bij de gemeenten. Bijna iedere gemeente heeft zelf invulling gegeven aan het zorgproces.
Daarmee kan de individuele gemeente het proces dan goed hebben ingericht, maar een gemiddelde zorgaanbieder heeft al snel te maken met meerdere gemeenten. Een zorgaanbieder moet zijn proces telkens aanpassen naar de individuele gemeente als het gaat om onderwerpen als de zorginkoop, het aanvragen van beschikkingen/indicaties en het declareren van de zorg. Wanneer elke gemeente slechts op één punt in deze 3 processen afwijkt, en een aanbieder heeft met (maar) 10 gemeenten van doen, dan betekent het dus al 30 verschillende administratieve zaken faciliteren.
Gebrek
Het lijkt wel of er niet veel is geleerd van de start van de RIO’s (1997, de voorlopers van het CIZ) of de overheveling van de huishoudelijke zorg naar de Wmo (2007). In beide situaties is de bureaucratie alleen maar toegenomen, zonder dat de kwaliteit of het aanbod van zorg hiervan beter is geworden.
De oorzaken van de administratieve lasten zijn eenvoudig te duiden:
1. Gebrek aan uniformering tussen gemeenten (Van Rijn stipt dat punt ook al aan in zijn opmerkingen).
2. Gebrek aan kennis bij gemeenten wat de impact is van eigen modellen en afwijkende systemen op de administratieve last voor een zorgaanbieder.
3. Gebrek aan kennis van wettelijke eisen die aan zorgverlening worden gesteld; met name op het gebied van privacy wetgeving.
4. Gebrek aan politieke wil in regio’s en landelijk om als gemeenten werkelijk de lokale belangen ondergeschikt te maken aan landelijke systeemeisen.
Beter goed gepikt, dan slecht bedacht
Dat het anders kan, laat de huidige praktijk al blijken. In deze ga ik nu een lans breken voor de zorgverzekeraars en zorgkantoren. Want hoewel ook daar administratieve lastenverlichting mogelijk is, komen in de Wlz en Zvw veel van de hiervoor genoemde problemen helemaal niet voor. De zorgverzekeraars zijn concurrenten van elkaar. Niettemin komen zij wel landelijke standaarden overeen. Door voor de niet-concurrentiële zaken het gemeenschappelijk belang, zowel voor de zorg als voor hen zelf, te laten prevaleren, zijn zij wel in staat gebleken om tot vergaande uniformering over te gaan.
Kwestie van doen
Mijn oproep aan alle gemeenten in Nederland is dan ook een voorbeeld te nemen aan de zorgverzekeraars en de zorgkantoren. Kijk als gemeente niet alleen naar je eigen proces, maar richt je op het uniformeren van processen met anderen. De instrumenten liggen al klaar, als een iWmo en iJW standaard, een infrastructuur van VECOZO en een governance structuur bij het Zorginstituut. Het is slechts een kwestie van gewoon gaan doen, en de verantwoording nemen om tot administratieve lastenverlichting over te gaan.
Jacco Aantjes, Senior Adviseur bij Arteria Consulting