De sectorale sturing en financiering van gezondheid en zorg sluit niet aan bij wat nodig is in de leefomgeving van mensen en staat organisatie van de best passende zorg en laagdrempelige informatie over gezondheid in de weg.
De minister van VWS heeft de afgelopen jaren afzonderlijke bestuurlijke afspraken gemaakt met de tweedelijnszorg, eerstelijnszorg en geestelijke gezondheidszorg. Beperking van de uitgavengroei in de zorg was daarbij een belangrijk doel. Andere sectoren waarmee afspraken over de gewenste koers zijn gemaakt: gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdzorg, Genees- en Hulpmiddelen, Wijkverpleging en Sport.
Blinde vlek
Elke sector heeft een eigen financieringssystematiek, eigen kwaliteitsinstituten, een eigen verantwoordingsregime en een eigen taal. Een voorbeeld: de ziekenhuizen hebben het over value based healthcare, de eerstelijn over ketenzorg en de wijkverpleging organiseert zich in zelfsturende teams. En een wijk omvat voor de een 7.500 inwoners, voor de ander 15.000 inwoners en weer een ander heeft het over een werkgebied van 30.000 inwoners. Wat de een multidisciplinair overleg noemt, heet elders zorgafstemmingsoverleg. Een gemeenschappelijke blinde vlek: over gezondheid gaat het zelden.
De professionals uit de verschillende sectoren komen elkaar in de wijk (niet) tegen in buurtteams, ketenzorgprojecten, wijknetwerken of gezonde wijken. Op weinig plekken is sprake van een hechte, gezondheidsgerichte en zelfsturende wijksamenwerking, met een zichtbare omslag naar maatwerk en zelfregie. Iedereen doet wel waar hij goed in is.
Informatievoorziening
Ook wordt in weinig wijken ingespeeld op de grote behoefte van inwoners en mantelzorgers aan onafhankelijke informatievoorziening met het oog op keuzevrijheid en gezondheid. Er is wel een overdaad aan websites, foldertjes en digitale dossiers. Sommige patiënten hebben te maken met vier patiëntendossiers. En niet teams bestaande uit inwoners en professionals krijgen de ruimte om innovatie te organiseren, maar kennisinstituten en adviesbureaus. Als de subsidie op is, zijn zij van het toneel verdwenen.
Het is daarom tijd voor een Gezonde Wijkakkoord dat de diverse sectoren uitdaagt via een heldere koers voor de wijk en ruimte biedt aan inwoners en professionals om te excelleren. Dat akkoord schetst de contouren van een gezamenlijke infrastructuur voor zorg en gezondheid, inclusief kwaliteitsafspraken en financieringskader. Bijzondere aandacht is er voor het lokaal afspreken wie procesverantwoordelijke in de wijk is, op basis van de vereiste kerncompetenties om institutionalisering te voorkomen. Deze procesverantwoordelijke is aanspreekbaar op de behaalde gezondheidsprestaties: de optelsom van resultaten die met projecten en initiatieven in de wijk worden bereikt.
Het organiseren van de best passende zorg en laagdrempelige informatie over gezondheid dichtbij lukt niet met sectorale afspraken (alleen). Ik zie uit naar een nieuwe minister of staatssecretaris van VWS die het inzicht en lef heeft om grote sprongen te maken. De sectorale ministapjes zijn zichtbaar noch voelbaar.
Directeur van GezondNL
GezondNL heeft begin januari het Kwaliteitskader Wijkgezondheidsinfrastructuur gepresenteerd als opmaat naar nieuwe landelijke afspraken.