Het langverwachte kwaliteitskader verpleeghuiszorg is er. Het kwaliteitskader biedt een landelijke standaard om tot goede en veilige verpleeghuiszorg te komen, maar de lokale omstandigheden zijn vaak totaal verschillend. En zelfs ieder mens is anders. De grote uitdaging zal worden om aan de hand van dit landelijke kader te komen tot een invulling, die recht doet aan mensen en hun specifieke situatie.
Het kader is daarvoor een goede basis, maar geeft nog geen handvatten voor de vertaling naar de lokale situatie. Ook wordt niet duidelijk hoe we te weten komen of mensen zich in de praktijk door de zorg echt geholpen voelen. In het kader wordt benadrukt dat het geen definitief kader is. We zullen deze ruimte moeten benutten om het kader op basis van de praktijk en ervaringen te optimaliseren.
Veilige zorg
Iedereen moet kunnen rekenen op veilige zorg, waar je ook woont en zorg krijgt. Landelijke normen geven nu een basis voor die zekerheid. Ook cliëntenraden, medewerkers en zorgaanbieders kunnen hier op terugvallen als dat nodig is.
Het kwaliteitskader beoogt veilige zorg te realiseren. En gaat ervan uit dat landelijke indicatoren daaraan kunnen bijdragen. Daar zit een groot risico in. We hebben in het verleden de negatieve gevolgen gezien: binnen zorgorganisaties gaat iedereen focussen op de scores van de indicatoren. Daardoor denken de mensen binnen zorgorganisaties minder na over de vraag hoe zij zelf invulling kunnen geven aan veilige zorg in hun eigen context.
Indicatoren leiden tot steeds meer regels en protocollen, terwijl de behoefte is die te verminderen. Zo willen we niet dat bij mensen met doorligwonden de aandacht vooral uitgaat naar het registreren van de graad van decubitus. We willen dat zorgverleners nadenken hoe zij de pijn van de bewoner kunnen verzachten.
Met landelijke normen is niks mis. Maar daarbij moeten cliëntenraden, medewerkers en zorgorganisaties ruimte hebben hoe zij daar lokaal invulling aan geven. Het is ook van belang cliënten en hun naasten een positie te geven, zodat zij kunnen toetsen of de zorg in de praktijk veilig is en doet wat nodig is. Dat krijgen we met landelijke indicatoren niet boven tafel.
Passende zorg
Willen we in de praktijk daadwerkelijk tot optimale kwaliteit kunnen komen, dan moeten we leren met regels om te gaan op een manier die passend is. Bij de situatie en de mensen die daarbij betrokken zijn. Voor verschillende mensen zijn andere dingen in het leven van waarde. Het gaat dus niet om standaard oplossingen. Wat mensen die zorg krijgen belangrijk vinden, moet het uitgaanspunt zijn.
Zo geeft een toenemend aantal medewerkers en familieleden aan dat mensen onnodig medicijnen krijgen. Met negatieve en nog veel onbekende bijeffecten. Het gaat er dus niet alleen om dat mensen op een veilige manier hun medicijnen krijgen, het is ook van belang om na te gaan of medicijnen wel de oplossing zijn.
Cliëntenraden
De nodige ervaringskennis is ruimschoots voorhanden. Met name bij cliënten(raden), maar ook bij vrijwilligers en naasten. LOC wil graag vanuit haar ervaring en kennis op dit gebied helpen. We doen dat door cliënten(raden) en mogelijk ook vrijwilligers naasten te leren hoe zij kunnen waarnemen wat er in de praktijk gebeurt en hoe zij dit kunnen rapporteren aan de medewerkers, zorgaanbieders en externen.
In het kwaliteitskader is een dergelijke maatschappelijke toetsing niet opgenomen. LOC is ervan overtuigd dat dit een cruciale voorwaarde is om de doelen van het kwaliteitskader te realiseren. Eerder dit jaar publiceerde LOC een publicatie waarin we dit nader uitleggen. Deze is hier gratis te downloaden.
Ten slotte
Het kwaliteitskader biedt goede aanknopingspunten om tot verbetering te komen. Maar vergt een doorontwikkeling om tot het gewenste resultaat te komen. Zodat uiteindelijk de mensen die zorg nodig hebben en hun naasten de zorg als helpend ervaren. En medewerkers met passie daar aan kunnen bijdragen. Bevlogen cliënten(raden), naasten, vrijwilligers, medewerkers en managers/bestuurders kunnen dat met elkaar bereiken. Want alleen zij kunnen op lokaal niveau met elkaar echt vorm geven aan goede zorg.
Marthijn Laterveer en Joep Bartholomeus, coördinatoren van LOC