Het e-consult is een bekende toepassing en de voordelen lijken evident. Waarom blijft het gebruik van het e-consult dan toch achter?
Er zijn van die vragen waarvoor je niet per se langs hoeft bij je huisarts, maar die je het liefst snel even online zou willen stellen. Bijvoorbeeld als je bij het consult met je arts nog iets bent vergeten te vragen, of als je een vraag hebt over je medicatie. Of misschien zijn er wel vragen die je face-to-face lastig stelt.
Als je een drukke baan hebt komt bezoek aan de huisarts eigenlijk nooit uit. En als je een (chronische) ziekte hebt, kost een bezoek aan een zorgverlener veel schaarse energie of zelfs pijn. Vanwege de belofte van gemak en tijdsbesparing zou je verwachten dat het e-consult behoorlijk veel gebruikt wordt. Mensen zijn gewend om zoveel zaken online te regelen en dit 24/7 te kunnen doen, dan is het toch opmerkelijk dat dit voor zoiets belangrijks als je gezondheid nog geen goede gewoonte is.
Bekendheid en gebruik
De eHealth-monitor van Nictiz en het NIVEL volgt al een aantal jaren de ontwikkelingen van het e-consult in Nederland. Wat daarbij in de eerste plaats opvalt, is dat een belangrijk deel van de huisartsen meldt dat het nu al mogelijk is om bij hen online een vraag te stellen via een e-mail of een website. Het gaat dan om zo’n 60 procent van de huisartsen.
Bij de huisartsen die het e-consult aanbieden, loopt het gebruik ervan door patiënten overigens niet echt storm. Bij 16 procent van de artsen gebeurt het dagelijks dat patiënten online een vraag stellen. Bij ongeveer een derde gebeurt dat minimaal wekelijks en bij iets minder dan een derde tenminste maandelijks.
Dit heeft veel te maken met onbekendheid met de mogelijkheden. Mensen die in het afgelopen jaar de huisarts bezochten, blijken niet goed op de hoogte van wat er kan. Maar liefst 62 procent weet niet of bij hun huisarts een e-consult mogelijk is.
Het e-consult mag dan door veel zorgverleners als mogelijkheid worden geboden en de voordelen lijken evident, toch kunnen we zeggen dat het gebruik van e-consult en achter blijft bij wat je zou verwachten. Dat roept vragen op. Waarom is dit het geval? Wat is ervoor nodig om patiënten en zorgverleners hier wel enthousiast voor te maken? En in welke situaties biedt het e-consult meerwaarde ten opzichte van een bezoek aan, of een belletje met, de huisartsenpraktijk?
Wat leert de theorie?
Volgens een bekende formule uit de theorie van het verandermanagement is verandering mogelijk als er 1) ontevredenheid is met de huidige situatie, 2) er een duidelijke visie is op een wenselijk alternatief en 3) er praktische concrete stappen mogelijk zijn om daar te komen. Die factoren moeten alle drie aanwezig zijn. Verder moeten ze samen groter zijn dan de weerstand tegen de verandering.
Deze theorie biedt in het geval van het e-consult wel een paar aanknopingspunten. Slechts een deel van de patiënten zal écht een probleem hebben met het feit dat ze voor de meeste zaken langs de zorgverlener moeten. Verder hebben de meeste patiënten nog niet genoeg zicht op de beschikbaarheid van het alternatief en weten ze niet goed hoe ze een e-consult zouden kunnen gebruiken.
E-consult van belofte naar praktijk brengen
We moeten dus meer weten over wat patiënten nu precies zélf problematisch, belangrijk en handig vinden en hoe dat per patiëntengroep verschilt. We moeten ook beter meer kennis krijgen hoe je als zorgverlener de inzet van e-consult en handig kunt organiseren. Patiënten moeten op de hoogte zijn van het alternatief, het makkelijk kunnen vinden en gebruiken én vertrouwen hebben in een goede en snelle afhandeling van hun vragen.
Van andere e-health-innovaties weten we dat de oplossing vaak ligt in samenwerking en dat we voor dergelijke veelzijdige vraagstukken diverse soorten expertise nodig hebben. Dat betekent dat de verschillende stakeholders en deskundigen bij elkaar moeten komen: patiënten, zorgverleners, leveranciers, onderzoekers, beleidsmakers.
Workshops, waarbij inhoudelijk kennis wordt uitgewisseld tussen mensen uit verschillende zorgverlenerspraktijken, kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Daarbij moeten concrete ervaringsverhalen van patiënten en zorgverleners het uitgangspunt vormen. Keer op keer blijkt kennisdeling tussen praktijkmensen cruciaal te zijn om verder te komen. Dat is nodig als we het e-consult in 2017 samen een nieuwe impuls willen geven zodat de belofte van gemak en tijdsbesparing voor een grotere groep mensen de praktijk wordt.
Manager Monitoring & TrendITion bij Nictiz