Zorg wordt verleend in vastgoed. Investeren in vastgoed doe je als instelling voor de lange termijn. Als instelling wil je bij een investeringsbeslissing omtrent vastgoed weten of je over 5, 10, 20 jaar ook nog zorg verleend die gefinancierd wordt.
Spelregels
Vanaf 2015 is de langdurige zorg volop in beweging. De AWBZ is getransformeerd naar de Wlz en veel zorg is overgeheveld naar de Wmo, de Jeugdwet en de Zvw. Hierdoor zijn zorgaanbieders voor hun inkomstenstromen afhankelijk geworden van veel partijen: zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten.
Als gevolg hiervan zijn de risico’s voor zorgaanbieders binnen de langdurige zorg aanzienlijk toegenomen. Deze risico’s worden versterkt door de invoering van de normatieve huisvestingscomponent, de NHC. Die bepaalt dat de vergoeding voor rente van en afschrijving op vastgoed van zorgaanbieders onderdeel worden van de integrale tarieven. Zorgaanbieders dragen volledige verantwoordelijkheid voor hun vastgoed.
Vanaf 2018 zijn instellingen voor 100 procent afhankelijk van de NHC-vergoeding voor de dekking van hun kapitaallasten. Door de toegenomen risico’s eisen financiers steeds hogere ratio’s met betrekking tot o.a. de solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit. Bij een reductie van een van deze ratio’s staan direct alle seinen op rood. Was 10 jaar geleden een solvabiliteitsratio van 10 procent afdoende, nu wordt een solvabiliteitratio van minimaal 20 procent vereist.
Na de turbulentie van de afgelopen jaren is de sector toe aan rust en stabiliteit. Een overheid die niet continu de spelregels verandert, een zorgkantoor die niet eigen spelregels hanteert voor bijvoorbeeld voorwaarden waaronder tariefopslagen kunnen worden verkregen.
Lange termijn
Zorg wordt verleend in vastgoed. Investeren in vastgoed doe je als instelling voor de lange termijn. Als instelling wil je bij een investeringsbeslissing omtrent vastgoed weten of je over 5, 10, 20 jaar ook nog zorg verleend die gefinancierd wordt.
Vanaf 2016 zijn tweejarige overeenkomsten binnen de WLZ mogelijk. Binnen deze overeenkomsten moet echter weer jaarlijks onderhandeld worden over de tarieven die worden vergoed door het zorgkantoor. De onzekerheid voor het uiteindelijke budget en het risicoprofiel blijft hierdoor intact. De eisen van de bancaire sector zullen hierdoor niet veranderen.
Ik pleit daarom voor langdurige overeenkomsten binnen de WLZ met de contacten van minimaal 4 of 5 jaar met daarin stabiele tariefsafspraken en een minimale budgetgarantie. Geen jaarlijkse onderhandelingen over tarieven of volumes. Ook binnen de WMO en de ZVW moeten dergelijke afspraken mogelijk zijn.
Hierdoor ontstaat rust en stabiliteit in de sector, daalt het risicoprofiel en wordt de ‘rat race’ naar steeds hogere financiële ratio’s een halt toe geroepen. Zelfs een incidenteel negatief resultaat hoeft dan bij financieel gezonde andere ratio’s niet direct negatieve consequenties te hebben. Bijkomend voordeel is een verlaging van de administratieve lasten waardoor het budget kan worden besteed waarvoor het bedoeld is: de burger, de cliënt of de patiënt.
Senior adviseur raad van bestuur Middin en algemeen bestuurslid HEAD