Groot onderzoek van minister Schippers laat zien dat er binnen de vele collectiviteiten nog te weinig aan zorgverbetering gedaan wordt, terwijl ze daar wel voor bedoeld zijn. Goede voorbeelden moeten op het schild gehesen worden, in plaats van onderwerp zijn van vragen van de Tweede Kamer aan de minister.
Ophef, zelfs Kamervragen, over onze samenwerking met zorgverzekeraar VGZ. ANBO, de belangenbehartiger voor senioren, en het Ouderenfonds hebben met VGZ aanvullende dienstverlening ontwikkeld, gericht op ouderen. Dat deden we door VGZ in contact te brengen met vele leden en betrokkenen en hen te vragen naar hun wensen ten aanzien van de zorgverzekering. We worden tenslotte allemaal ouder en daarmee gepaard gaat dat je uiteindelijk zorg nodig hebt. Dan is het van belang dat je een goede, passende zorgverzekering hebt.
Uit de antwoorden van leden kwam onder meer naar voren dat verzekerden onzeker zijn over de acceptatieplicht, dus die is nu explicieter. En dat verzekerden extra geholpen willen worden bij de overgang naar en uit het ziekenhuis. Ook dat regelen we: vanaf 2017 met telefonische ondersteuning, vanaf 2018 met speciaal opgeleide vrijwilligers. Waarover dan die ophef? Blijkbaar vielen bepaalde mensen over het idee dat we alléén met VGZ in zee gingen.
Grote belangen
Er is de laatste tijd, onder aanvoering van sommige politieke partijen en met de verkiezingen in het vizier, een hoop te doen over de collectiviteiten van zorgverzekeraars met werkgevers, vakbonden en belangenorganisaties. Terecht op zich, want het gaat hier om grote belangen, veel geld en maar liefst 60 duizend collectieve afspraken. Minister Schippers (Volksgezondheid) heeft onlangs onderzoek laten doen naar die collectiviteiten en het blijkt dat velen worden beschouwd als alternatief verdienmodel. Met name organisaties die eerst overheidssubsidie ontvingen, hebben in deze collectiviteiten een nieuwe inkomstenbron gevonden.
Maar vergeten wordt dat collectiviteiten eigenlijk bedoeld zijn om de zorg(verzekering) te verbeteren, met een bepaalde groep als testgroep. Dus: voorlichting geven, de achterban raadplegen en met die uitkomsten met verzekeraars om tafel om nieuwe diensten te ontwikkelen. Om te beginnen ten gunste van je achterban. Toegegeven, het gebeurt niet veel. Maar daar waar het wel gebeurt, onder andere in de vele collectieve afspraken van ANBO, is er meteen de SP die Kamervragen stelt en deze inzet ter discussie stelt. Het wantrouwen tegen zorgverzekeraars neemt groteske vormen aan en er wordt zeer bewust een rookgordijn gecreëerd over hun taak, hun doelstellingen, hun verdiensten en hun verplichtingen. Dat leidt af van het doel wat we allemaal hebben: de beste zorg voor de beste prijs.
Directeur-bestuurder van ANBO