Nederland is een van de best georganiseerde, gelukkigste, meest welvarende, veiligste en minst corrupte landen ter wereld. En binnen Nederland kun je vrijwel nergens beter leven dan in Houten zeg ik er dan maar even bij als burgemeester. De volgende stap na Houten is het paradijs, maar aangezien de meningen nogal grondig verschillen over hoe je daar kunt komen kun je dus maar beter in Houten zijn.
Toch is er ook in Houten eenzaamheid, werkloosheid en komen er akelige ziekten voor. En als dat over jou gaat heb je niet zoveel aan statistieken. We worden gemiddeld gezonder en ouder, maar als het onheil jou treft zoek je wel de beste behandeling. Ook in Houten.
Hoe beoordelen we die 75 miljard per jaar aan kosten, de mate van toegang, de groei van mogelijkheden? Tenslotte zijn we hier op een zorgdebat.
Ik neem u mee op een korte tocht langs de inzichten uit twee boeken en de wijsheid van mijn Overijsselse schoonmoeder.
Deze zomer las ik twee fascinerende boeken. De lessen uit deze boeken vragen om toepassing in onze omgang met zorg. Ze gaan over omgaan met onze sterfelijkheid en acceptatie van het onvolkomene.
Sterfelijkheid
De titel van het eerste boek is Being Mortal van Atul Gawande. Een Amerikaanse topchirurg die een ontluisterend betoog schrijft over de ontsporing van de moderne westerse wetenschap in het omgaan met sterfelijkheid. Kortgezegd komt zijn analyse er op neer dat medici en samenleving vrijwel geheel gericht zijn op ‘beter maken’. Ook bij vergevorderde ziekte en op zeer hoge leeftijd. Waar het besef en de acceptatie van onze sterfelijkheid vele eeuwen een natuurlijk onderdeel van ons dagelijks bestaan was, hebben de ontwikkelingen in de medische wetenschap sinds de 2e wereldoorlog dat naar de achtergrond gedrukt. Er is altijd wel een behandeling te bedenken die nog ‘iets’ doet. Patiënten vragen daarom, medici zijn er op gericht die aan te bieden.
Gawande voert een pleidooi met als kern twee zaken: we gaan allemaal dood, leef daarmee en: de kwaliteit van de laatste levensfase is veel belangrijker dan de lengte. Zijn oproep is als medici hierover in de spreekkamer het gesprek aan te gaan en daar dan naar te handelen. Zijn boek staat vol met voorbeelden van mensen waarbij dat tot een waardige en waardevolle laatste levensfase heeft geleid. En waarbij bijna als bijproduct enorm bespaard wordt op kostbaar medisch handelen. Lessen die getrokken kunnen worden door medici, patiënten én de politiek.
Het onvolkomene
Het tweede boek is van Paul Frissen en heeft als titel de Fatale staat. Hij is een bekende bestuurskundige die van mening is dat de politiek en samenleving onbewust samenspannen in het steeds meer verwachten van de maakbaarheid van ons bestaan. Zijn betoog is dat tragiek, het onvolmaakte en onvolkomene per definitie onderdeel uitmaakt van ons bestaan. De neiging om bij elk incident regels, protocollen en toezicht verder aan te scherpen in de ijdele hoop dat het daarna beter gaat is heel sterk. Waarbij ik niet wil zeggen dat er niets verkeerd gaat en dat we niet zouden moeten streven naar verbetering. Dat moeten we blijven doen. Maar wel dat we blijkbaar het onvolkomene moeilijk kunnen accepteren.
In onze vergrijzende samenleving komen steeds meer ouderdomsziekten als dementie voor, maar we kunnen eigenlijk niet goed omgaan met de ontluisterende gevolgen daarvan. We willen het eigenlijk niet zien en elke vorm van lijden is eigenlijk taboe. Laatst was de lijst met 1366 zinloze medische handelingen in het nieuws. Bij huisartsen geldt de vuistregel dat 70-80% van de klachten na 1-2 weken spontaan verdwijnen, maar waar toch behandeling voor wordt gevraagd. Omroep Max heeft een mooi programma ‘hoe wordt ik 100’ waarin met een beetje leefstijl en voedingadviezen mensen zo van de helft van hun medicijnen worden afgeholpen.
Als bij zowel de zorgconsument, de (over)behandelaar als bij de politiek een beetje meer acceptatie zou zijn van tragiek, een beetje lijden en dat het paradijs pas na dit leven kan worden bereikt dan zou dat een geweldige demping hebben op de groei van de zorg en bijbehorende kosten.
‘Ik red me’
En dan tenslotte: de wijsheid van mijn schoonmoeder. 87 jaar, nog steeds zelfstandig wonend met zware lichamelijke beperkingen. Voor 80 procent verstopte slagaderen in haar benen, waardoor de doorbloeding gering is en haar loopvermogen zeer beperkt. Weerkerende ontstekingen aan haar voeten zorgen voor veel pijn en ongemak. Hoe staat zij in het leven en hoe kijkt zij naar de zorg? Wat ze zelf kan regelen en wat ze zelf kan betalen dat regelt en betaalt ze zelf. Ik weet: dat gaat natuurlijk niet voor iedereen op, maar als de mogelijkheid bestaat: geen onnodige afhankelijkheid van gemeente of zorgverzekeraar.
In het ziekenhuis hebben ze al twee keer een behandeling aangeboden om de verstopte slagaderen in haar benen te vervangen door kunstaderen. Er is een kans dat ze dan weer beter kan lopen. Maar ja mevrouw er is wel een behoorlijk risico dat het mis gaat, maar op deze wijze doorgaan houdt in dat we vroeger of later tenen of erger moeten amputeren. Met een voorspelbare neerwaartse spiraal als gevolg. Maar mijn schoonmoeder zegt: ik red me nu nog zelf, met goede pijnbestrijding houdt ik het nog wel een tijdje zelfstandig vol. Wanneer amputaties zich voor gaan doen is nu niet te voorzien. Dit leven heeft zo meer kwaliteit, ook al duurt het uiteindelijk misschien een tijdje korter.
Ja, er is meer zorg aan huis nodig. Kinderen, kerk en buren leveren mantelzorg. Ze huurt zelf huishoudelijk hulp in. Er komt buurtzorg. Maar ze woont nog in haar eigen omgeving. Ze benut haar eigen mogelijkheden. Ze accepteert haar beperkingen. Kijkt naar wat ze nog wel kan. Ze kiest zelf voor kwaliteit in plaats van kwantiteit van leven ondanks aandringen van de zorgverleners.
Kortom: zij is in het reine met haar eigen sterfelijkheid en met de tragiek en het lijden van de laatste levensfase en houdt zelf de regie in handen. En daarmee is ze in mijn ogen een voorbeeld van hoe het ook kan: waardig oud worden, eigen mogelijkheden en die van de omgeving inzetten en voorkomen van onnodig medisch handelen en zorg. Zij is voor mij een held!
Burgemeester van Houten
Deze column sprak burgemeester De Jong uit op het Zorgdebat van Skipr en ONVZ, het eerste debat in aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen