Twee tv-documentaires – ‘Het leven begint bij achttien’ en ‘Losgelaten, losgeslagen’ – hebben ons met de neus gedrukt op een aangrijpend probleem: de situatie van jongeren die naast een licht verstandelijke beperking ernstige problemen hebben.
Als ze achttien worden, accepteren ze vaak geen hulp meer. Ze overschatten hun mogelijkheden en krijgen te maken met risico’s als criminaliteit, schulden, loverboys en vroegtijdig ouderschap. Nieuw is het niet. Al in 1917, verscheen een rapport over – in het Engels – after care. Dit ging over nazorg aan jongeren in Amsterdam die Bijzonder Lager Onderwijs hebben genoten, om te voorkomen dat ze in de problemen zouden komen of zelf problemen zouden veroorzaken.
Als honderd jaar geleden al een initiatief werd genomen om de nazorg voor jeugdigen beter te organiseren en het is nog steeds niet gelukt, dan is dat kennelijk een bijzonder hardnekkig probleem. Eén van de oorzaken is natuurlijk – dat zag men toen al! – dat het niet alleen over zorg gaat. Als deze kwetsbare jongeren geen dak boven hun hoofd hebben, geen inkomsten en geen zinvolle bezigheden, dan wordt het moeilijk om ze goed te begeleiden.
Silicon Valley voor innovaties
Maar als ik bedenk wat er in die honderd jaar aan technische innovaties heeft plaatsgevonden, dan verbaas ik me er wel over. Hoe is het mogelijk dat we een driedimensionaal voorwerp kunnen printen, binnen enkele seconden kunnen communiceren met iemand aan de andere kant van de aarde, of zelfs naar Mars kunnen reizen, terwijl het onmogelijk lijkt een alledaags maatschappelijk probleem op te lossen? Waarom is er geen Silicon Valley voor innovaties bij dit soort maatschappelijke problemen? Het zou toch mogelijk moeten zijn om een oplossing te vinden voor deze jongeren? We kennen ze, we weten dat ze achttien worden, dus wat let ons?
Een klassieke gedachte zou zijn, om de wettelijke mogelijkheden uit te breiden om deze jongeren te dwingen hulp te accepteren. Maar dwang is nu juist waar ze een afkeer van hebben, en het kan het opbouwen van een goede zorgrelatie in de weg staan. Bovendien blijkt uit recent onderzoek van de Universiteit Leiden (in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie) dat de juridische mogelijkheden voor meer gedwongen hulp zeer beperkt zijn.
Geur en kleur van zorg
Zorgorganisaties doen er, volgens mij, goed aan te zoeken naar een benadering die niet de geur en de kleur van de zorg heeft. De wensen van de jongeren zelf – die vaak een heel gewoon leven willen – en hun behoefte aan autonomie moeten het uitgangspunt zijn. Als hun wensen irreëel zijn, dan zijn ze wel een goed uitgangspunt voor het gesprek. Daarnaast is het belangrijk dat andere betrokken organisaties, zoals gemeenten, door de beleidskokers heen werken, om ervoor te zorgen dat deze jongeren een basisinkomen hebben, en een dak boven hun hoofd.
Komende vrijdag nodigt de VGN bestuurders en beleidsmaker die betrokken zijn bij de ondersteuning van deze jongeren uit, om te praten over de hulpverlening, tijdens een In Dialoog-symposium met dezelfde titel als één van die tv-documentaires: ‘Het leven begint bij achttien’. Ik denk dat de oplossing van dit probleem ermee begint, dat we met elkaar afspreken dat we niemand aan zijn of haar lot overlaten.
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland