De zorg dichter bij de mensen brengen; dat was de mantra van politiek Den Haag bij de decentralisaties die deze kabinetsperiode hebben plaatsgevonden. En dat heeft veel veranderingen in met name de langdurige zorg gebracht.
Sommigen voorzien, maar ook zijn onbedoelde neveneffecten ontstaan. Logisch, aangezien er onvoldoende tijd genomen voor de decentralisatie en de veranderingen zijn genomen in onder meer de jeugdzorg. Gemeenten krijgen in korte tijd veel te verstouwen. Die weten het soms ook niet. ‘Want dit is nieuw land.’
Tussenschijf
Eén van de onbedoelde neveneffecten blijkt de schimmigheid van het onderaannemerschap die is ontstaan bij het aanbesteden van thuiszorg door gemeenten. Zij lijken voornamelijk zaken te doen met grote aanbieders via grote contracten, waardoor de kleinere partijen alleen nog aan de slag kunnen als onderaannemer. Hierdoor wordt een extra tussenschijf gecreëerd in de contractering waar meerdere nadelen aan kleven.
De gemeente doet niet rechtstreeks zaken met de uitvoerende organisatie, de houder van de aanbesteding moet naast zorg leveren ook toezicht houden op de uitvoering door de onderaannemer en de onderaannemer is afhankelijk van de beslissingen van de partij die het werk uitbesteedt. Met andere woorden, meer bureaucratie en een gebrek aan transparantie.
Voordelen
Natuurlijk heeft het onderaannemerschap ook voordelen. Grotere aanbieders creëren een flexibele schil. Ook slagen kleine aanbieders er vaak beter in specifieke, moeilijk bereikbare doelgroepen te bereiken.
Andere oplossingen
Maar wegen deze voordelen op tegen de nadelen? Zijn er andere oplossingen denkbaar? Misschien moeten we toe naar een constructie waarin de huidige onderaannemer rechtstreeks zaken gaat doen met de gemeente tegen dezelfde voorwaarden als de winnaar van de aanbesteding. Dit maakt van aannemers weer zorgverleners, effent het speelveld en herstelt de transparantie.
Simon Broersma
Hoofdredacteur Skipr